Inloggen via het bedieningspaneel
Wanneer het apparaat door de beheerder is geconfigureerd om gebruik door onbevoegde gebruikers
te beperken, moet u uw inloggegevens verifiëren voordat u de bewerking start.
De verificatiemethoden worden hieronder beschreven.
• Wanneer Basisverificatie, Windows-verificatie of LDAP-verificatie is geconfigureerd op het
apparaat, geeft u de gebruikersnaam en het wachtwoord voor verificatie op om in te loggen op
het apparaat voordat u de bewerking start.
• Afhankelijk van de apparaatinstellingen kunt u een IC-kaart of mobiel apparaat gebruiken voor de
verificatie.
• Als er verificatie door middel van gebruikerscode is opgegeven, dient u de gebruikerscode in te
voeren om de beperkte toepassing te kunnen bedienen.
Inloggen via het bedieningspaneel
67