8 Aanpassing aan de CV-installatie
Ingestelde maximale branderwachttijd
T
(ge-
Voor
min
wenst)
℃
1
5
75
2,0
1,0
Ingestelde maximale branderwachttijd
T
(gewenst)
min
Voor
℃
35
30
29,0
35
25,5
40
22,5
45
19,5
50
16,5
55
13,5
60
10,5
65
7,0
70
4,0
75
1,0
Aanwijzing
De resterende branderwachttijd na een regeluit-
schakeling tijdens het CV-bedrijf kunt u via de dia-
gnosecode D.067 oproepen.
8.2.3
Resterende branderwachttijd terugzetten
Mogelijkheid 1
Menu → Reset wachttijd
Op het display verschijnt de actuele branderwachttijd.
▶
Bevestig het terugzetten van de branderwachttijd met
(Selectie).
Mogelijkheid 2
▶
Druk op de ontstoringstoets.
8.2.4
Pompnalooptijd en pompmodus instellen
Onder D.001 kunt u de pompnalooptijd instellen (fabrieksin-
stelling: 5 min.).
Via de diagnosecode D.018 kunt u de pompmodus Comfort
of Eco instellen.
In de modus Comfort wordt de interne pomp ingeschakeld
als de CV-aanvoertemperatuur niet op Verwarming uit staat
(→ gebruiksaanwijzing) en de warmtevraag via een externe
thermostaat is vrijgeschakeld.
De modus Eco (fabrieksinstelling) is zinvol om de rest-
warmte na een warmwaterbereiding af te voeren als de
warmtevraag heel gering is en er grote temperatuurverschil-
len tussen de gewenste waarde van de warmwaterbereiding
en de gewenste waarde van de CV-functie bestaan. Hier-
door vermijdt u dat woonruimtes te weinig verwarmd worden.
Bij warmtevraag wordt de pomp na verstrijken van de na-
looptijd elke 25 minuten gedurende 5 minuten ingeschakeld.
28
10
15
20
25
1,0
1,0
1,0
1,0
40
45
50
55
33,0
37,0
41,0
45,0
29,5
33,0
36,5
40,5
26,0
29,0
32,0
35,5
22,5
25,0
27,5
30,5
18,5
21,0
23,5
25,5
15,0
17,0
19,0
20,5
11,5
13,0
14,5
15,5
8,0
9,0
10,0
11,0
4,5
5,0
5,5
6,0
1,0
1,0
1,0
1,0
8.2.5
CV-pomp instellen
8.2.5.1 Instelling van de pompmodus
30
Het product is met een getrapt geregelde hoogefficiënte
1,0
pomp uitgerust. In de automatische modus (D.014 = 0) wordt
de pomptrap zo geregeld dat een constant beschikbare druk
wordt gegarandeerd. De gewenste waarden voor de be-
schikbare druk in mbar zijn via de diagnosecodes oproep-
60
baar:
49,5
–
D.122 voor het CV-circuit
–
44,0
D.148 voor het warmwatercircuit
38,5
Indien nodig kunt u de pompmodus handmatig in vijf trappen
op het maximaal mogelijke vermogen vast instellen. De toe-
33,0
rentalregeling schakelt u hiermee uit.
28,0
▶
Om het pompvermogen aan te passen, wijzigt u D.014 in
22,5
de gewenste waarde.
17,0
11,5
Aanwijzing
6,5
Als in de CV-installatie een open verdeler ge-
ïnstalleerd is, dan raden we u aan om de toe-
1,0
rentalregeling uit te schakelen en het pomp-
vermogen op een vaste waarde in te stellen.
8.2.5.2 Ondersteuning bij de afstelling van de
CV-installatie of bij de controle van de
doorstroming
Via de diagnosecode D.029 kan de doorstroming in real time
worden weergegeven (in l/min).
Door de instelling van de automatische pompmodus
(D.014 = 0) en het vastleggen van een gewenste waarde
voor de beschikbare druk (bijv. D.122 = 200 mbar) is het
mogelijk om de compensatieventielen van de verschillende
radiatoren af te stellen.
▶
Om de werking van de pomp te garanderen, stelt u een
permanente verwarmingsvraag in (met de thermostaat of
de kamerthermostaat).
▶
Isoleer na elkaar elke radiator of elke radiatorgroep.
▶
Stel het expansieventiel van het circuit in door de door-
stroming via de diagnosecode D.029 te laten weergeven
om de voor de eigenschappen van de radiator of van de
radiatorgroep aanbevolen doorstroming te bereiken.
Installatie- en onderhoudshandleiding ecoTEC plus 0020261162_02