8.2.5.3 Pompkarakteristiek en bedrijfsbereik van het
product
Geldigheid: VHR 45/5-5 (EK-NL)
B
1
2
1000
800
600
400
200
0
500
1000
1
Doorstroombereik zon-
der werking van het
product
2
Bedrijfsbereik met be-
grensde aanvoertem-
peratuur en begrensd
vermogen
Geldigheid: VHR 65/5-5 (EK-NL)
B
1
2
1200
1000
800
600
400
200
0
500
1000
1500
1
Doorstroombereik zon-
der werking van het
product
2
Bedrijfsbereik met be-
grensde aanvoertem-
peratuur en begrensd
vermogen
Om een perfecte werking van het product te garanderen,
wordt permanent de doorstroming voor het bepalen van het
bedrijfsbereik gecontroleerd.
0020261162_02 ecoTEC plus Installatie- en onderhoudshandleiding
3
4
1500
2000
2500
3
Pompkarakteristiek bij
100 % pulsbreedtemo-
dulatie
ΔP constant
4
A
Installatievolumestroom
in l / h
B
Restopvoerhoogte
pomp in hPa (mbar)
3
4
2000
2500
3000
3
Pompkarakteristiek bij
100 % pulsbreedtemo-
dulatie
ΔP constant
4
A
Installatievolumestroom
in l / h
B
Restopvoerhoogte
pomp in hPa (mbar)
Overdracht aan de gebruiker 9
8.2.6
Maximale aanvoertemperatuur instellen
Via de diagnosecode D.071 kunt u de gewenste maximale
aanvoertemperatuur voor het CV-bedrijf instellen (fabrieksin-
stelling: 75 °C).
8.2.7
Retourtemperatuurregeling instellen
Bij aansluiting van het product op een vloerverwarmingss-
syteem kan de temperatuurregeling via de diagnosecode
D.017 van aanvoertemperatuurregeling (fabrieksinstelling)
op retourtemperatuurregeling omgeschakeld worden.
8.3
Onderhoudsinterval instellen
Als u het onderhoudsinterval instelt, dan verschijnt na een
instelbaar aantal branderbedrijfsuren de melding op het
display dat het product onderhouden moet worden, samen
met het onderhoudssymbool
▶
Stel de bedrijfsuren tot aan het volgende onderhoud met
behulp van de diagnosecode D.084 in.
3000
A
U kunt de bedrijfsuren in stappen van 0 tot 3010 h instellen.
Als u geen getalwaarde, maar het symbool "–" instelt, dan is
de functie Onderhoudsmeldingen niet actief.
Aanwijzing
Na het verstrijken van de ingestelde bedrijfsuren
moet u het onderhoudsinterval opnieuw instellen.
9
Overdracht aan de gebruiker
1.
Plak na de installatie de bijgeleverde sticker in de taal
van de gebruiker op de voorkant van het product.
2.
Geef aan de gebruiker uitleg over positie en werking
van de veiligheidsinrichtingen.
3.
Instrueer de gebruiker over de bediening van het
product. Beantwoord al zijn vragen. Wijs de gebruiker
vooral op de veiligheidsvoorschriften die hij in acht moet
nemen.
4.
Informeer de gebruiker erover dat het product volgens
de opgegeven intervallen dient te worden onderhouden.
5.
Overhandig de gebruiker alle handleidingen en product-
papieren, zodat hij/zij deze kan bewaren.
6.
Informeer de gebruiker over de getroffen maatregelen
bij de toegevoerde verbrandingslucht en verbrandings-
gasafvoer. Wijs hem er met nadruk op dat hij er niet het
minste aan mag veranderen.
3500
A
10 Verhelpen van storingen
Een overzicht van de foutcodes vindt u in de bijlage.
Foutmeldingen – overzicht (→ Pagina 44)
.
29