Bedieningspaneel
1
Wasmachine AAN/UIT en PROGRAMMAKEUZEKNOP.
Draai de programmakeuzeknop naar links of rechts om de wasmachine AAN te zetten.
Om de wasmachine UIT TE SCHAKELEN draait u de programmakeuzeknop naar de stand
OFF (UIT) .
Om een wasprogramma te SELECTEREN, draait u de knop naar links of rechts. Het
signaallampje naast het geselecteerde programma gaat branden.
2
TEMP.
(WASTEMPERATUUR)
Optie voor het instellen van de wastemperatuur.
Wanneer het apparaat is ingeschakeld, licht de
3
•
SPIN
•
POMP STOP
•
POMPEN
Mogelijkheid van instelling van toeren bij centrifugeren.
Wanneer het apparaat is ingeschakeld, licht de
2+3
DOSE ASSIST
Informatie over de aanbevolen hoeveelheid poeder en vloeibaar wasmiddel, volgens de
geselecteerde instellingen en de hoeveelheid wasgoed in de trommel.
Druk 3 seconden op positie 2+3.
4
Oplichten symbool KINDERBEVEILIGING
5
QUICKER
Optie om een kortere wasprogrammaduur in te stellen.
Wanneer het apparaat is ingeschakeld, licht de
3+5
Kinderslot AAN/UIT
Druk 3 seconden op positie 3+5.
6
Verlichting van het GELUID UIT-symbool
7
DELAY END
Optie voor het instellen van het tijdstip waarop het wasprogramma wordt voltooid.
Wanneer het apparaat is ingeschakeld, licht de
5+7
Geluid AAN/UIT
Druk 3 seconden op positie 5+7.
14
(CENTRIFUGEREN) (CENTRIFUGEERSNELHEID)
geen verlichting
(SNEL)
(UITGESTELDE EINDTIJD)
-indicator op de knop op.
-indicator op de knop op.
-indicator op de knop op.
-indicator op de knop op.