4.6.3
Aanhaalmomenten voor oliepeil-, olieaftap- en afsluitschroeven, ontluchtingsventielen en
oliekijkglazen
Let bij het aandraaien op de in de volgende tabel vermelde aanhaalmomenten:
4.6.4
Bevestiging van de reductor
AANWIJZING
Als u reductoren in flensuitvoering of in voet-/flensuitvoering in combinatie met varia-
toren
ven van de kwaliteit 10.9 evenals geschikte sluitringen.
Om de frictieverbinding tussen flens en montagevlak te verbeteren beveelt SEW-
EURODRIVE een anaerobe oppervlakteafdichting of een anaerobe kleefmiddel aan.
AANWIJZING
Verwijder bij de reductoren KAZ/KZ/FAZ/FZ 107 – 157 de 4 voor transportbeveiliging
dienende schroeven uit de flens B14. De twee verzonken schroeven
flens B14 blijven.
Reductor in voetuitvoering
De volgende tabel laat de draadgrootten van de reductoren met voetuitvoering in rela-
tie tot het reductortype en het model zien:
Schroef
Schroefdraad
M10 × 1
M12 × 1,5
M22 × 1,5
M33 × 2
M42 × 2
®
VARIBLOC
gebruikt, gebruik dan voor de flensbevestiging ter plaatse schroe-
R/R..F
RX
M6
07
–
M8
17/27/37
–
M10
–
57
M12
47/57/67
67
M16
77/87
77/87
M20
97
97/107
M24
107
–
M30
127/137
–
M36
147/167
–
Montage- en technische handleiding – Explosieveilige reductoren
Mechanische installatie
Aanhaalmoment
Nm
14
45
100
160
Reductortype
F/FH..B/
K/KH..B/KV..B/
FA..B
KA..B
–
19
27/37
29
47
37/39/47/49
57/67
57/67
77/87
77
97
87
107
97
127
107/167
157
127/157/187
Reductor opstellen
8
moeten in de
S
W
–
10/20
37
30/37/47
47/57
–
67
–
77
–
87
–
97
–
–
–
–
–
4
39