Inspectie/onderhoud
6
Inspectie- en onderhoudsintervallen
6.2
Inspectie- en onderhoudsintervallen
64
•
Houd er rekening mee dat de bedrijfsveiligheid alleen kan worden gewaarborgd als
de inspectie- en onderhoudsintervallen worden aangehouden.
•
Zorg er vóór het losmaken van de asverbindingen voor dat er geen astorsie-
momenten meer actief zijn (verspanning in de installatie).
•
Voorkom bij onderhouds- en inspectiewerkzaamheden dat er vreemde voorwerpen
in de tandwielkast komen.
•
Het is niet toegestaan de tandwielkast te reinigen met een hogedrukreinigingsappa-
raat. Het gevaar bestaat dat er water in de tandwielkast komt en dat afdichtingen
beschadigd raken.
•
Voer na afloop van alle onderhouds- en reparatiewerkzaamheden een veiligheids-
en functiecontrole uit.
Tijdsinterval
•
Om de 3000 bedrijfsuren, minstens elk half jaar
•
Afhankelijk van bedrijfsomstandigheden
(zie volgende grafiek), uiterlijk om de drie jaar
•
Conform olietemperatuur
•
Afhankelijk van bedrijfsomstandigheden
(zie volgende grafiek), uiterlijk om de vijf jaar
•
Conform olietemperatuur
•
Verschillend (afhankelijk van externe factoren)
Technische handleiding – reductoren typeseries R..7, F..7, K..7, S..7, SPIROPLAN
Vereiste actie
•
Olie en oliepeil controleren
•
Loopgeluid controleren op mogelijke
lagerbeschadiging
•
Zichtcontrole van de afdichtingen op lekkage
•
Bij reductoren met reactiearm: rubberen
buffer controleren, evt. vervangen
•
Minerale olie verversen
•
Wentellagervet verversen (advies)
•
Askeerring vervangen (niet weer op hetzelfde
spoor monteren)
•
Synthetische olie verversen
•
Wentellagervet verversen (advies)
•
Askeerring vervangen (niet weer op hetzelfde
spoor monteren)
•
Aflaklaag/corrosiewerende lak bijwerken of
opnieuw aanbrengen
®
W