Inspectie/onderhoud
6
Inspectie-/onderhoudswerkzaamheden aan de reductor
Olie controleren
via afsluitdop
Olie verversen via
afsluitdop
80
6. Vergelijk de gemeten waarde "x" met de in onderstaande tabel vermelde, bouw-
vormafhankelijke minimumwaarde. Corrigeer de vulhoogte, indien nodig.
Reductortype
W37 in bouwvorm M4
W47 in bouwvorm M4
7. Draai de afsluitdop weer vast.
Ga als volgt te werk om de olie van de reductor te controleren:
1. Let op de aanwijzingen in het hoofdstuk "Voorbereiding van inspectie-/onder-
houdswerkzaamheden" (→ pag. 63).
2. Tap wat olie af bij de afsluitdop.
3. Controleer de oliekwaliteit.
– Viscositeit
– Als de olie visueel sterke verontreiniging vertoont, wordt geadviseerd de olie
buiten de onder in Inspectie- en onderhoudsintervallen (→ pag. 64) vermelde
onderhoudsintervallen te vervangen.
4. Controleer het oliepeil. Zie het vorige hoofdstuk.
WAARSCHUWING!
Verbrandingsgevaar door hete reductor en hete reductorolie.
Zwaar letsel.
•
Laat de reductor voor de werkzaamheden afkoelen!
•
De tandwielkast moet echter nog warm zijn, omdat de dikvloeibaarheid van te
koude olie het correcte aftappen bemoeilijkt.
1. Let op de aanwijzingen in het hoofdstuk "Voorbereiding van inspectie-/onder-
houdswerkzaamheden" (→ pag. 63).
2. Stel de reductor in bouwvorm M5 of M6 op. Zie hoofdstuk "Bouwvormen"
(→ pag. 82).
3. Plaats een vat onder de afsluitdop.
4. Verwijder de afsluitdop aan de A- en B-zijde van de reductor.
5. Tap de olie volledig af.
Technische handleiding – reductoren typeseries R..7, F..7, K..7, S..7, SPIROPLAN
Oliepeil = deel x [mm] op de peilstok
Bouwvorm tijdens controle
M5
Op A-zijde liggend
37 ± 1
41 ± 1
M6
Op B-zijde liggend
29 ± 1
30 ± 1
®
W