8 Voorbereiding
OPMERKING
Wanneer de circulatie in elke ruimteverwarmingslus
geregeld wordt door op afstand bediende kleppen, is het
belangrijk dat dit minimum watervolume behouden blijft,
zelfs wanneer alle kleppen dicht zijn.
b
d
a
c
a
Buitenunit
b
Warmtewisselaar
c
Pomp
d
Ketel
e
Afsluiter (ter plaatse te voorzien)
f
Verdeelstuk
g
Omloopklep (ter plaatse te voorzien)
RAD1...3
Radiator (ter plaatse te voorzien)
Minimum debiet
Er moet een minimaal debiet worden gegarandeerd zodat de
buitenunit geen hogedrukfout (A5) genereert. Voor de richtlijnen over
debiet,
zie
de
tabellen
in
hoogteverschil " op
pagina 27.
OPMERKING
Wanneer
de
circulatie
ruimteverwarmingslussen geregeld wordt door op afstand
bediende kleppen, is het belangrijk dat dit minimum debiet
behouden blijft, zelfs wanneer alle kleppen dicht zijn.
Indien er geen minimaal debiet kan worden bereikt,
genereert de warmtepomp een hogedrukfout (A5).
Minimum nodig waterdebiet
(a)
7 l/min
(a)
Onder deze waarde kan een stabiele werking niet worden
gegarandeerd.
8.3.5
De voordruk van het expansievat wijzigen
OPMERKING
Alleen een erkende installateur mag de voordruk in het
expansievat aanpassen.
Het expansievat is beschikbaar met het B-pack (zie
opties voor de gasboiler" op
pagina 15) of als vat van derden. Zie de
handleiding van het expansievat voor meer informatie over het
wijzigen van de voordruk.
Om de voordruk in het expansievat te wijzigen, verlaag of verhoog
de druk van het stikstof via de Schrader-klep van het expansievat.
8.4
De elektrische bedrading
voorbereiden
8.4.1
Over het voorbereiden van de elektrische
bedrading
INFORMATIE
Lees tevens de voorzorgsmaatregelen en vereisten in
hoofdstuk "Algemene veiligheidsmaatregelen".
Uitgebreide handleiding voor de installateur
30
e
f
95°C
RAD1 RAD2 RAD3
e
g
"8.3.1 Waterleidinglengtes
en
in
alle
of
bepaalde
" Mogelijke
WAARSCHUWING
▪ Als de voeding een ontbrekende of een verkeerde
nulfase heeft, Kan de apparatuur defect raken.
▪ Sluit correct op de aarde aan. Aard de unit NIET via
een nutsleiding, een piekspanningsbeveiliging of de
aarding van de telefoon. Een onvolledige aarding kan
elektrische schokken veroorzaken.
▪ Plaats de vereiste zekeringen of stroomonderbrekers.
▪ Bevestig de elektrische bedrading met kabelbinders,
zodat deze NIET in contact kan komen met scherpe
randen of buizen, vooral langs de hogedrukzijde.
▪ Gebruik GEEN draden met tape, geen gevlochten
geleiders, geen verlengkabels en geen aansluitingen
van een sterinstallatie. Deze kunnen zorgen voor
oververhitting
of
veroorzaken.
▪ Installeer GEEN fasecompensatiecondensator, omdat
deze
unit
een
fasecompensatiecondensator vermindert de prestaties
en kan ongevallen veroorzaken.
WAARSCHUWING
▪ Al de bedrading MOET door een erkende elektricien
uitgevoerd worden en MOET voldoen aan de geldende
wetgeving.
▪ Maak elektrische verbindingen op de bevestigde
bedrading.
▪ Alle op de site geleverde componenten en alle
elektrische constructies MOETEN voldoen aan de
geldende wetgeving.
WAARSCHUWING
Gebruik
ALTIJD
een
stroomtoevoerkabel.
8.4.2
Overzicht van de elektrische
verbindingen, behalve de uitwendige
stelmotoren
0
0
58 0
1 5 0
a
2
1
3
d
b
c
a
Normale elektrische voeding
b
Hydrodeel van de buitenunit
c
Koelmiddeldeel van de buitenunit
d
Gasboiler
1
Elektrische voeding voor buitenunit
2
Elektrische voeding voor gasboiler
3
In geval van een NHY2KOMB28+32AA gasboiler:
Doorverbindingskabel tussen de buitenunit en de gasboiler
In geval van een gasboiler van derden: Bivalent signaal
voor gasboiler van derden
elektrische
schokken
of
brand
inverter
bevat.
Een
meeraderige
kabel
EJHA04AAV3 + NHY2KOMB28+32AA
Daikin Altherma H Hybrid
4P556861-1A – 2019.05
als