In De Handel Verkrijgbaar Rookgasmateriaal (C63); Over Het Bevestigen Van Het Rookgasafvoersysteem - Daikin INTERGAS Altherma H Hybrid EJHA04AAV3 Uitgebreide Handleiding Voor De Installateur
Verberg thumbnails
Zie ook voor INTERGAS Altherma H Hybrid EJHA04AAV3:
- Handleiding (240 pagina's) ,
- Installatiehandleiding (36 pagina's) ,
- Uitgebreide handleiding voor de gebruiker (28 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
9.9.12
In de handel verkrijgbaar
rookgasmateriaal (C63)
De eigenschappen van de verbranding bepalen de keuze van het
rookgasafvoermateriaal. Normen EN 1443 en EN 1856‑1 bevatten
de nodige informatie voor de keuze van het rookgasafvoermateriaal
via een sticker met identificatie-informatie. De identificatie-informatie
bevat de volgende gegevens:
EN 14471 : 2013 T120 H1 W 1/2 O(00) LE E U0
a
CE-label
b
Voor metaal moet de norm voldoen aan EN 1856‑2. Voor
kunststof moet de norm voldoen aan EN 14471
De identificatie-informatie moet de volgende gegevens bevatten:
c
Temperatuurklasse: T120
d
Drukklasse: Druk (P) of hoge druk (Hi)
e
Weerstandklasse: W ('Wet' voor Nat)
f
Weerstandklasse in geval van brand: E
Afmetingen C63 van het rookgasafvoersysteem
(buitenafmetingen in mm)
Parallel
Concentrisch80/125
Rookgasafv
Luchtinlaat Rookgasafv
oerbuis
Ø80
Ø80
Ø125
(+0,3 / –0,7)
(+0,3 / –0,7)
(+2 / –0)
WAARSCHUWING
Rookgasafvoermateriaal
combineren is VERBODEN.
EJHA04AAV3 + NHY2KOMB28+32AA
Daikin Altherma H Hybrid
4P556861-1A – 2019.05
a
0000
PY: 2017
f
e
d
c
0000
EN 14471 : 2013 T120 H1 W 1/2 O(00) LE E U0
PY: 2017
b
Concentrisch 60/100
Luchtinlaat
oerbuis
Ø60
Ø100
(+0,3 / –0,7)
(+2 / –0)
van
verschillende
merken
9.9.13
Over het bevestigen van het
rookgasafvoersysteem
VOORZICHTIG
▪ Deze reglementen gelden zowel voor concentrische als
voor parallelle rookgasafvoersystemen.
▪ Het rookgasafvoersysteem MOET stevig op een vaste
structuur worden vastgemaakt.
▪ Het
rookgasafvoersysteem
neerwaartse helling (1,5°~3°) naar de ketel hebben. De
muurdoorvoeren MOETEN waterpas worden geplaatst.
▪ Gebruik alleen de bijgeleverde beugels.
▪ Elk bochtstuk MOET met een beugel stevig worden
vastgemaakt. Behalve voor de aansluiting op de ketel:
indien de lengte van de leidingen voor en na het eerste
bochtstuk ≤250 mm bedraagt, moet het tweede
element na het eerste bochtstuk een beugel bevatten.
De beugel MOET op het bochtstuk worden geplaatst.
▪ Elk verlengstuk MOET om de meter met een beugel
worden vastgemaakt. Deze beugel mag de leiding
NIET rondom klemmen om ervoor te zorgen dat deze
leiding vrij kan bewegen.
▪ Zorg ervoor dat de beugel in de juiste stand wordt
vergrendeld in functie van de plaats van deze beugel
op de leiding of het bochtstuk.
▪ Meng NOOIT rookgasafvoeronderdelen en klemmen
van verschillende leveranciers.
Te gebruiken bevestingsstand
a
b
a
Wanneer bevestiging op de leiding
b
Wanneer bevestiging op de bus
Maximumafstand tussen de klemmen
Verticale stand van de leiding
2000 mm
▪ Verdeel de lengte gelijkmatig tussen de beugels.
▪ Elk systeem MOET minstens 1 beugel bevatten.
▪ Plaats de eerste klem op maximum 500 mm van de gasketel.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
9 Installatie
moet
een
continue
Andere stand van de leiding
1000 mm
55
Advertenties
Inhoudsopgave
