Controleren
Zorg dat de aanzuigleiding vrij is van
luchtbellen.
Controleer of de leiding recht loopt of schuin
afloopt vanaf de vloeistofbron.
Zorg dat geen enkel onderdeel van de
aanzuigleiding onder de aanzuigflens van de
pomp uitkomt.
Zorg ervoor dat de grootte van de ingang van
de toevoer een of twee maatjes groter is dan
de afzuigleiding.
Zorg dat de aanzuigleiding voldoende is
ondergedompeld onder het oppervlak van de
vloeistofbron.
Voorbeeld: kniebocht dicht tegen de pompaanzuiginvoer
Juist
De juiste afstand tussen de invoerflens van de pomp en de
dichtstbijzijnde kniebocht is minstens twee leidingdiameters.
1.
2.
Voorbeeld: apparatuur voor aanzuigleiding
Juist
1.
2.
3.
4.
5.
3298 Family Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud
1
2
Voldoende afstand om cavitatie te voorkomen
Excentrisch verloopstuk met een vlakke bovenkant
1
5
4
Aanzuigleiding die schuin omhoog loopt vanaf de
vloeistofbron
Kniebocht met grote straal
Zeef
Bodemklep
Excentrisch verloopstuk met een vlakke bovenkant
Uitleg/opmerking
Hiermee voorkomt u dat er lucht de
pompinlaat binnenkomt of dat er cavitatie
optreedt.
—
—
—
Dit voorkomt dat lucht in de pomp komt
als gevolg van een aanzuigwerveling.
Onjuist
2
3
1.
Luchtbel, omdat het excentrische verloopstuk niet
wordt gebruikt en omdat de aanzuigleiding niet
geleidelijk oploopt vanaf de vloeistofbron
Gecontroleerd
Onjuist
1
Installatie
35