2 Inleiding
•
Het bijtblok en de oorstaafjes moeten altijd met nieuwe wegwerpbeschermingen worden gebruikt en
de onderdelen die in aanraking komen met de patiënt moeten worden ontsmet volgens de richtlijnen in
hoofdstuk
•
Reinig de accessoires voor patiëntpositionering voor het eerste gebruik.
•
Als de accessoires voor het positioneren van patiënten tekenen van beschadiging vertonen, moet u deze
voor gebruik vervangen.
•
Zorg altijd dat u de patiënt kunt zien en horen tijdens het maken van de opname, terwijl u ook zicht houdt
op de GUI.
•
Controleer altijd de positionering van de patiënt alvorens röntgenbeelden te maken om te vermijden dat
opnames moeten worden overgedaan.
•
Vraag de patiënt altijd om gedurende de duur van de blootstelling stil te blijven staan, zodat de opname
niet hoeft te worden herhaald.
•
Gebruik de pediatrische programma's altijd wanneer u röntgenfoto's van pediatrische patiënten maakt en
pas waar mogelijk de grootte van het stralingsveld aan.
•
Bij het maken van een röntgenopname van een patiënt die onrustig is of over een uitzonderlijke anatomie
beschikt (meestal een zeer grote patiënt) gebruikt u de testmodus om de bewegingen van het apparaat
te laten zien en ervoor te zorgen dat het roterende apparaat tijdens het beeldvormingsproces niet in
aanraking komt met de patiënt.
•
Als de patiënt een pacemaker heeft, dient u de fabrikant van de pacemaker te raadplegen voordat u een
röntgenopname maakt. Dit is om te controleren of het röntgenapparaat geen storing veroorzaakt met de
pacemaker.
•
Maak geen röntgenopnamen van zwangere vrouwen.
•
Schakel het apparaat uit na het gebruik.
•
Dit apparaat voldoet aan de EMC-richtlijn (elektromagnetische compatibiliteit) conform IEC 60601-1-2.
Radio-apparatuur, mobiele telefoons enz. mogen niet worden gebruikt in de directe omgeving van het
apparaat aangezien deze de prestaties van het apparaat kunnen beïnvloeden.
•
In gevallen waarin het waarschijnlijk is dat evaluatie van weke delen nodig is als onderdeel van de
röntgenanalyse van de patiënt, moet de beeldvorming worden uitgevoerd met behulp van conventionele
medische CT (computertomografie) of MR (magnetische resonantie), in plaats van 3D-beeldvorming met
behulp van Cone Beam-technologie.
•
Het apparaat mag niet worden gebruikt voor controleonderzoeken.
•
Verplaatst de bovenste plank van het apparaat niet met de hand, aangezien hierbij de muur kan worden
geraakt en het apparaat in de foutstatus kan komen.
•
Meld elk incident dat verband houdt met het gebruik van dit hulpmiddel en dat ernstige gevolgen heeft
voor de gezondheid van een patiënt, gebruiker of andere persoon aan de fabrikant en de plaatselijke
bevoegde autoriteit.
Alleen voor de VS: Krachtens de federale wetgeving van de Verenigde Staten mag dit product
•
uitsluitend door of op voorschrift van een tandarts of andere bevoegde zorgverlener worden verkocht.
2.10.2 Vereisten aan aansluitingen
2.10.2.1 Vereisten elektrische aansluitingen
MEDEDELING: Neem altijd de lokale en landelijke voorschriften met betrekking tot het aansluiten
van medische systemen in acht.
•
Het apparaat moet zijn aangesloten op een eigen netvoedingsstopcontact met een aardleiding. Het
werkstation en andere externe apparaten mogen NIET op hetzelfde stopcontact zijn aangesloten als het
apparaat.
•
Het werkstation en andere externe apparaten die op het apparaat zijn aangesloten, moeten voldoen
aan de norm IEC 62368-1 (voorheen IEC 60950) (minimumvereisten). Apparaten die niet aan deze
vereisten voldoen, mogen niet op het apparaat worden aangesloten, aangezien ze een risico kunnen
vormen voor de bedrijfsveiligheid.
Elektronische apparatuur (werkstation, apparaten voor netwerkverbindingen enzovoort) die niet aan
•
de medische veiligheidsnorm IEC 60601-1 voldoet, moet buiten de omgeving van de patiënt worden
geplaatst, minstens 1,5 meter van het apparaat vandaan.
10
Reinigen en ontsmetten
op pagina 77 om kruisbesmetting te voorkomen.
ORTHOPANTOMOGRAPH OP 3D LX