6 Het apparaat gebruiken
6.
Pas de hoogte van het apparaat zo goed mogelijk aan de lengte van de patiënt aan.
7.
Vertel de patiënt zijn/haar bril, hoortoestel, gebitsprothese, sieraden, haarspelden en andere zaken te
verwijderen die artefacten op het beeld kunnen veroorzaken.
8.
Bescherm de patiënt conform plaatselijke voorschriften tegen straling, bijvoorbeeld met een loden
schort of een schildklierbescherming.
9.
Breng de patiënt naar het apparaat en geef instructies om zo recht mogelijk te staan en om zich zo lang
mogelijk te maken.
10. Draai de oorstaafjes naar beneden als ze eerder opzij zijn gedraaid.
11. Pas de hoogte van het apparaat nauwkeurig aan, zodat de oorstaafjes zich op hetzelfde niveau als de
gehoorgangen van de patiënt bevinden.
12. Schuif de oorstaafjes voorzichtig naar de oren van de patiënt zodat de uiteinden de externe
gehoorgangen van de patiënt raken.
64
ORTHOPANTOMOGRAPH OP 3D LX