7 Onderhoud
7.3 Kwaliteitscontrole
De kwaliteitscontroleprogramma's (QC) worden gebruikt om te waarborgen dat de technische prestaties
en de beeldkwaliteit van het apparaat constant en geldig voor klinisch gebruik blijven. De kwaliteitscontrole
moet met regelmatige tussenpozen worden uitgevoerd, bij voorkeur minstens eenmaal per maand en altijd
na het kalibreren.
MEDEDELING: Het apparaat herinnert er automatisch aan dat de beelden voor kwaliteitscontrole
opnieuw moeten worden gemaakt. Neem contact op met de onderhoudsafdeling als u de frequentie
van herinneringen wilt veranderen.
MEDEDELING: Programma's voor kwaliteitscontrole produceren röntgenstraling. Bescherm uzelf
tegen straling.
7.3.1 Kwaliteitscontrole orthopantomograaf
MEDEDELING: De PAN-kwaliteitscontrole is een aanbevolen procedure, maar sommige plaatselijke
voorschriften/autoriteiten kunnen vereisen dat deze wordt uitgevoerd.
MEDEDELING: Voor de PAN-kwaliteitscontrole zijn afzonderlijk verkrijgbare hulpmiddelen voor 2D-
kwaliteitscontrole vereist.
1.
GUI: Ga naar apparaatinstellingen.
2.
GUI: Selecteer het programma PAN QC in het menu Kwaliteitscontrole.
3.
Bevestig de houder van het fantoom PAN QC en het testfantoom 2D QC tegen de onderste plank.
4.
Breng het koperen filter aan vóór het stralingsvenster op de PAN/3D-buiskop. Het filter wordt met
magneten op zijn plaats gehouden.
5.
Bescherm uzelf tegen straling.
84
ORTHOPANTOMOGRAPH OP 3D LX