Als <B> of <M> wordt ingesteld, is de vertraging tussen het volledig
indrukken van de ontspanknop en het maken van de opname langer dan normaal.
De snelheid bij continuopnamen kan iets lager liggen als het batterijniveau laag is.
o
: De maximale snelheid bij continu-opnamen van circa 6 opnamen per seconde wordt
bereikt onder de volgende omstandigheden*: een sluitertijd van 1/500 seconde of sneller
en de maximale waarde voor het diafragma (afhankelijk van het objectief). De snelheid bij
continu-opnamen kan lager zijn. Dit is afhankelijk van de sluitertijd, het diafragma, de
opnameomstandigheden, de helderheid, het type objectief, het flitsgebruik enzovoort.
*
Wanneer de AF-modus is ingesteld op 1-beeld AF en de Image Stabilizer (beeldstabilisatie)
is uitgeschakeld bij gebruik van de volgende objectieven: EF 300mm f/4L IS USM, EF 28-
135mm f/3.5-5.6 IS USM, EF 75-300mm f/4-5.6 IS USM, EF 100-400mm f/4.5-5.6L IS USM..
j De zelfontspanner gebruiken
Gebruik de zelfontspanner wanneer u zelf op de foto wilt.
Druk op de knop <o>.
1
Selecteer de zelfontspanner.
2
Terwijl u naar het LCD-paneel kijkt,
draait u aan het instelwiel <5> om
de zelfontspanner te selecteren.
Q : zelfontspanner: (10 sec.)
k : zelfontspanner: (2 sec.)
Maak de opname.
3
Kijk door de zoeker, stel scherp op het
onderwerp en druk de ontspanknop helemaal in.
U kunt de zelfontspanner in de gaten
houden door middel van het bijbehorende
lampje, de pieptoon en de aftelweergave
(in seconden) op het LCD-paneel.
Twee seconden voordat de opname wordt
gemaakt, blijft het lampje van de zelfontspanner
branden en klinkt de pieptoon sneller.
j De zelfontspanner gebruiken
(9)
113