Aandachtspunten bij het maken van Live view-opnamen
Live view-opname
Bij weinig of juist heel fel licht wordt in het Live view-beeld mogelijk
niet de helderheid van de daadwerkelijke opname weergegeven.
Als de lichtbron in het beeld verandert, kan het beeldscherm gaan
flikkeren. Als dit het geval is, stopt u met het maken van Live view-
opnamen en gaat u hiermee verder bij de lichtbron die u daadwerkelijk
gaat gebruiken.
Wanneer u de camera in een andere richting houdt, wordt de helderheid
van de Live view-opname mogelijk even niet juist weergegeven. Wacht
met het maken van opnamen totdat het helderheidsniveau is
gestabiliseerd.
Als er zich een zeer felle lichtbron in beeld bevindt (bijvoorbeeld de zon),
kan het heldere gedeelte op het LCD-scherm zwart lijken. Op de
gemaakte opname zelf wordt het heldere gedeelte wél goed
weergegeven.
Als u bij slechte lichtomstandigheden [52: LCD-helderheid] op een
heldere instelling zet, kunnen er ruis of onregelmatige kleuren in het
Live view-beeld optreden. De ruis of onregelmatige kleuren wordt echter
niet in de opname vastgelegd.
Wanneer u de opname vergroot, lijkt deze mogelijk scherper dan hij
daadwerkelijk is.
Persoonlijke voorkeuze
Tijdens het maken van Live view-opnamen zijn bepaalde Persoonlijke
voorkeuze-instellingen niet actief (pag. 314).
Objectief en flitser
De functie voor scherpstellingsvoorkeuze bij superteleobjectieven kan
niet worden gebruikt.
FE-vergrendeling en Instellicht werken niet als er een externe Speedlite
wordt gebruikt.
216