AE met sluitervoorkeur
Wanneer de opnamemodus is ingesteld op <s>, kunt u de sluitertijd
handmatig instellen voor filmopname. De ISO-snelheid en het
diafragma worden automatisch ingesteld voor de juiste belichting voor
de lichtomstandigheden.
Sluitertijd
Het wordt afgeraden om tijdens de filmopname de sluitertijd aan te
passen omdat de wijzigingen in de belichting worden opgenomen.
Bij het opnemen van een film of een bewegend onderwerp wordt een
sluitertijd van 1/30 tot 1/125 seconde aanbevolen. Hoe korter de sluitertijd,
hoe minder vloeiend de beweging van het onderwerp eruit zal zien.
Indien u de sluitertijd wijzigt wanneer u bij TL- of ledlicht werkt, kan er
flikkering van het beeld worden opgenomen.
Stel het programmakeuzewiel in
1
op <s>.
Stel de schakelaar voor Live
2
view-opnamen/filmopnamen in
op <k>.
Stel de gewenste sluitertijd in.
3
Terwijl u op het LCD-scherm kijkt,
draait u aan het instelwiel <6>. De
instelbare sluitertijden zijn afhankelijk
van de framesnelheid <9>.
• 6 5 4 : 1/4000 - 1/30 sec.
• 8 7
Stel scherp en start de
4
filmopname.
De procedure is dezelfde als stap 3
en 4 voor 'Opnamen maken met
automatische belichting' (pag. 218).
k Filmopnamen
: 1/4000 - 1/60 sec.
219