Directe instelling beeldkwaliteit
Met aangepaste bediening kunt u de opnamekwaliteit toewijzen aan de
knop <B> of de knop voor scherptedieptecontrole zodat u dit met
één druk op de knop kunt wijzigen. Indien u [Directe inst.
beeldkwaliteit] toewijst aan de knop <B> of de knop voor
scherptedieptecontrole, kunt u snel overschakelen naar de gewenste
opnamekwaliteit en beginnen met opnemen.
Zie Aangepaste bediening (pag. 321) voor meer informatie.
Indien [51: Opn.functie+kaart/map sel.] is ingesteld op [Apart opnemen],
kunt u niet overschakelen op directe instelling beeldkwaliteit.
Maximale opnamereeks bij continue opnamen
De maximale opnamereeks wordt altijd weergegeven, zelfs als er geen
kaart in de camera is geplaatst. Controleer of er een kaart in de camera is
geplaatst voordat u een opname maakt.
Als in de zoeker '99' wordt weergegeven voor de maximale opnamereeks,
betekent dit dat de maximale opnamereeks 99 foto's of meer bedraagt.
Indien de maximale opnamereeks afneemt naar 98 of minder en het interne
buffergeheugen vol raakt, wordt 'buSY' weergegeven in de zoeker en op
het LCD-paneel. De camera kan dan tijdelijk geen opnamen meer maken.
Als u stopt met het maken van continue opnamen, neemt de maximale
opnamereeks toe. Nadat alle opnamen naar de kaart zijn weggeschreven,
is de maximale opnamereeks weer zoals vermeld op pagina 121.
De indicator voor de maximale opnamereeks in de zoeker verandert niet,
zelfs niet wanneer u een UDMA CF-kaart gebruikt. De maximale
opnamereeks zoals weergegeven tussen haakjes op pagina 121 is
echter van toepassing.
3 De opnamekwaliteit instellen
De maximale opnamereeks wordt
rechtsonder in de zoeker weergegeven.
Als de maximale opnamereeks voor
continue opname 99 of hoger is, wordt
'99' weergegeven.
123