FAX►FAXEN ONTVANGEN
ONTVANGEN GEGEVENS DOORSTUREN
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u in het beginscherm van de Eenvoudige modus een bestemming invoert.
SCHAKELEN TUSSEN MODI (pagina 2-11)
ONTVANGEN FAXEN DOORSTUREN (FAXGEGEVENS
DOORSTUREN)
Wanneer het apparaat niet kan afdrukken omdat het papier of de inkt op is, kunnen ontvangen faxen worden
doorgestuurd naar een ander, eerder opgeslagen faxapparaat. U kunt een ontvanger opslaan door
verzenden (pagina
9-105)] in de Instellingsmodus te selecteren.
Als het apparaat gegevens ontvangen heeft, knipper de informatie-indicator in wit.
Deze functie is handig voor het gebruik in een kantoor of andersoortige werkruimte waar met twee of meer telefoonlijnen
wordt gewerkt en een tweede faxapparaat op een andere lijn is aangesloten dan het betreffende apparaat.
• Als sommige pagina's van een fax die wordt doorgestuurd al zijn afgedrukt, worden alleen de niet afgedrukte pagina's
doorgestuurd.
• Een doorgestuurde fax wordt een faxverzendopdracht. Als verzending niet plaatsvindt omdat de verzending is
geannuleerd of er een fout is opgetreden, blijft de fax in het geheugen staan totdat deze kan worden afgedrukt.
• Alle ontvangen faxen worden doorgestuurd. Houd er rekening mee dat ontvangen en in een vertrouwelijk geheugenvak
met F-code opgeslagen faxen niet kunnen worden doorgestuurd.
• Als een PIN code scherm wordt weergegeven nadat u op de toets [OK] hebt getikt, is de functie "Instelling vasthouden
ontvangen afdrukgegevens" ingeschakeld. Voer de PIN Code in met de cijfertoetsen om het doorsturen te starten.
EEN FAX MET PIN-CODEBEVEILIGING AFDRUKKEN (Instelling vasthouden ontvangen afdrukgegevens) (pagina 5-68)
5-73
[Instellingen