KOPIEERAPPARAAT►BELANGRIJKSTE PROCEDURES VOOR HET MAKEN VAN
KOPIEËN.
HANDMATIGE FACTORSELECTIE
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een kopieerfactor kunt opgeven voor een kopie op papier van een ander formaat
dan het origineel of hoe u het afbeeldingsformaat kunt wijzigen voor het kopiëren.
U kunt de volgende drie methoden gebruiken om de kopieerfactor op te geven.
De gewenste zoomfactor specificeren
U kunt de zoomfactor aanpassen in stappen van 1% met behulp van
te specificeren.
U kunt ook de vergrotings- of verkleiningsfactor tussen vaak gebruikte vaste formaten uit de vooraf ingestelde
factortoetsen selecteren.
. Aan de vaste factortoetsen kunt u tot twee factorwaarden toevoegen, respectievelijk voor verkleinen en vergroten.
Het papierformaat opgeven
Geef het papierformaat van het origineel en de uitvoer op om automatisch de juiste factor te verkrijgen.
Wanneer u bijvoorbeeld A3 selecteert als het origineelformaat en A4 als het papierformaat, dan wordt de factor
automatisch ingesteld op 70%.
De afmetingen van de afbeelding opgeven
Geef het beeldformaat van het origineel en de uitvoer op om automatisch de juiste factor te verkrijgen.
Als u een kopie wilt maken met dezelfde factor tussen verticale en horizontale formaten, voert u één van de verticale en
horizontale formaten in.
Wanneer u bijvoorbeeld 90mm invoert als het bronformaat en 135mm als het uitgangsformaat, dan wordt de
hoogte-breedteverhouding automatisch ingesteld op 150%.
Wanneer u de automatische documentinvoereenheid gebruikt, ligt het bereik zowel voor de verticale als voor de horizontale
kopieerfactor tussen 25% en 200%.
De kopieerfactor terugzetten naar 100%:
Tik op de toets [100%].
Formaat origineel: A3
70%
Beeldformaat: 90mm
Uitvoergrootte: 135mm
150%
3-28
of de 10-toets om de gewenste zoomfactor
Kopieerformaat: A4