5.5
Verbrandingsluchttoevoer-/rookgasafvoerleiding aansluiten
Informeer voor het begin van de montage de
lokale bevoegde instanties.
Bij de types B
, B
, C
23
33
33(x)
basisbouwsets voor het rookgasafvoersysteem conform
de gasinstallatierichtlijn 90/396/EEC met inachtneming
van de EN 677 en EN 483 samen met de CV-ketel goed-
gekeurd (systeemcertificatie). Dit is gedocumenteerd
door het productidentificatienummer op het typeplaatje
van de CV-ketel.
Neem tijdens de montage van de verbrandingslucht-rook-
gasaansluiting de algemeen geldende voorschriften in
acht (
hoofdstuk 3.4).
Type B
(open)
23
Bij rookgasafvoersystemen van het type B wordt de ver-
brandingslucht onttrokken aan de opstellingsruimte waar
de CV-ketel is gemonteerd. De rookgassen verdwijnen via
het rookgassysteem naar buiten.
Voor de verbrandingsluchtaanvoer dienen één of twee
luchtopeningen met een vrije doorsnede van (2 x 75 cm
2
of een keer 150 cm
te worden aangebracht (TRGI
5.5.2.8).
Type B
(open, concentrisch)
33
Voor een CV-ketel met een totaal warmtevermogen
< 35 kW geldt: wanneer de verbrandingsluchtvoorziening
wordt gewaarborgd via een verbrandingsluchtkoppeling
conform TRGI, zijn geen openingen noodzakelijk. In dit
geval mag de CV-ketel ook in verblijfruimtes in bedrijf wor-
den genomen.
Type C
(gesloten)
xx
Bij een rookgasafvoersysteem van het type C wordt de
verbrandingslucht van buiten het huis naar de CV-ketel
geleid. Het rookgas wordt naar buiten geleid. De bekle-
ding van de CV-ketel is gasdicht uitgevoerd en is onder-
deel van de verbrandingsluchttoevoer. Het is daarom bij
gesloten bedrijf absoluut noodzakelijk, dat bij een CV-
ketel, die zich in bedrijf bevindt de keteldeur altijd geslo-
ten blijft.
CV-ketels met een totaal verwarmingsvermogen van
< 30 kW mogen zonder verdere eisen in leefruimtes in
bedrijf worden genomen.
Logano plus GB202-15/25/35/45 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden.
, C
, C
, C
zijn de
43(x)
53(x)
83(x)
5.5.1
Rookgassystemen
Op de CV-ketel kunnen rookgassystemen van aluminium,
RVS of kunststof worden aangesloten. Kunststof rook-
gasleidingen moeten qua temperatuurbestendigheid
geschikt zijn voor de CV-ketel (b.v. bij een rookgastempe-
ratuur van 88 °C is een toelating voor temperaturen tot
120 °C nodig).
Meer informatie over de basissets voor kunststof rookgas-
systemen vindt u in het planningsdocument van de CV-
ketel.
5.5.2
Kamerluchtafhankelijke werking
Wanneer een kamerluchtonafhankelijke werking niet
gewenst is of in de opstellingsruimte niet mogelijk is, kan
de CV-ketel kamerluchtafhankelijk worden aangesloten.
In dit geval dienen de afzonderlijke voorschriften voor de
opstellingssruimte en het open bedrijf in acht te worden
genomen. Voor de verbranding dient er voldoende ver-
brandingslucht toe te stromen.
V Monteer de rookgasafvoerbuis volgens de montage-
instructies van het rookgassysteem.
2
5.5.3
Kamerluchtonafhankelijke werking
V Monteer de verbrandingslucht-rookgasaansluiting vol-
gens de montage-instructies van het rookgassysteem.
5
Montage
28