V CV-ketelmantel in omgekeerde volgorde weer monte-
ren.
V Bedrijfsdruk in het inbedrijfnameprotocol invullen.
V Instellingen op het regeltoestel weer uitvoeren.
Wanneer de CV-ketel ongeveer een week in bedrijf is
geweest en het display geeft een lagere druk aan dan
1,0 bar, moet de installatie worden bijgevuld. Het dalen
van de druk in een CV-installatie wordt veroorzaakt door
het uittreden van luchtbellen via koppelingen en de (auto-
matische) ontluchter. Ook de in het verse CV-water aan-
wezige zuurstof zal na enige tijd uit het CV-water treden
en zorgen dat de druk in de CV-installatie daalt.
Het is dus normaal dat de CV-installatie na inbedrijfstel-
ling enige malen bijgevuld moet worden. Daarna moet de
installatie gemiddeld eenmaal per jaar worden bijgevuld.
Wanneer de CV-installatie echter vaker moet worden bij-
gevuld, is er waarschijnlijk waterverlies aanwezig als
gevolg van lekkage of een defect expansievat. In dit geval
is het belangrijk de oorzaak zo snel mogelijk te verhelpen.
7.4
Testen en meten
7.4.1
Gasdichtheid controleren
V Voor de eerste inbedrijfstelling dient u de gastoevoer-
leiding te testen op uitwendige dichtheid en dit in het
inbedrijfstellingsprotocol te bevestigen.
V Instellingen op het regeltoestel weer uitvoeren.
Gevaar: Levensgevaar door explosie van
brandbare gassen.
Na de werkzaamheden voor de eerste inbe-
drijfstelling en het onderhoud kunnen er lek-
ken ontstaan zijn aan de leidingen en de
schroefverbindingen.
V Voer een correcte dichtheidstest uit.
V Gebruik voor het zoeken van lekken uitslui-
tend een goedgekeurd lekdetectiemiddel.
Voorzichtig: Schade aan de installatie door
kortsluiting.
V Dek de plaatsen die gevaar lopen, voor de
dichtheidsproef af.
V Sproei het lekdetectiemiddel niet op ka-
beldoorvoeren, stekkers of elektrische
aansluitleidingen.
V CV-installatie op de bedrijfsschakelaar van het bedie-
ningspaneel uitschakelen.
Logano plus GB202-15/25/35/45 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden.
7
Inbedrijfstelling
40