§3.2 H
YDRAULISCHE FUNCTIES
In het onderste deel van de bedieningseenheid (schakelaarveld B) zijn de schakelaars voor de
hydraulische functies van de spuitboom en de trekboom- resp. fuseesturing ondergebracht (fig. 1).
Afhankelijk van het soort hydraulisch systeem op de spuitmachine zijn er twee verschillende
bedieningseenheden, die uiterlijk alleen aan de schakelaars voor de hydraulische functies zijn te
onderscheiden.
Bij uitvoering met voorkeuzeschakeling zijn tuimelschakelaars met 2 schakelstanden
-
ingebouwd.
Bij uitvoering met elektrohydraulische besturing (oliecirculatiebesturing) zijn knoppen met
-
middenstand ingebouwd.
§3.2.1 Hydraulisch systeem met voorkeuzeschakeling
− Aan trekkerzijde is 1 EW en 1 DW – hydraulisch ventiel noodzakelijk.
− Met het EW ventiel wordt de hoogte-instelling van de spuitboom uitgevoerd.
− Alle hydraulische functies worden door middel van de desbetreffende tuimelschakelaar op de
bedieningseenheid (schakelaarveld B, afb. 1) vooraf gekozen en via een dubbelwerkend
hydraulisch ventiel op de trekker uitgevoerd. De functies van de afzonderlijke schakelaars
worden op de volgende pagina beschreven.
− De bedieningsrichting van het hydraulisch ventiel komt overeen met de bedieningsrichting van
de uitgevoerde functie.
Aanwijzing: Bij sommige typen spuiten wordt de hoogte-instelling van de spuitmachine apart
uitgevoerd, d.m.v. een extra hydraulisch ventiel op de trekker. In dat geval is de
tuimelschakelaar voor de hoogte-instelling op de bedieningseenheid zonder werking
(zie ook de bedieningshandleiding van de spuitboom).
Handelwijze bij de bediening:
•
Druk de desbetreffende tuimelschakelaar omhoog om een functie te bedienen; het
desbetreffende magneetventiel-paar (1) op de spuitboom wordt geopend (fig. 2).
Let op:
Activeer telkens slechts één functie om beschadigingen aan de spuitboom te
voorkomen, d.w.z. dat de overige tuimelschakelaars omlaag gedrukt moeten zijn. Bij
symmetrische functies zoals vouwen kunnen normaal gesproken beide zijden
(rechts en links) tegelijkertijd worden geactiveerd.
•
Bedien het dubbelwerkende hydraulisch ventiel in de desbetreffende richting, net zolang totdat
deze functie volledig is uitgevoerd.
•
Druk vervolgens de tuimelschakelaar weer omlaag (deactiveren).
§3.2.2 Hydraulisch systeem met elektrohydraulische besturing
(oliecirculatiebesturing)
− Van de zijde van de trekker is slechts 1 EW – hydraulisch ventiel en een drukloze retourleiding
noodzakelijk.
− Het hydraulisch ventiel van de trekker dient zodanig te worden ingesteld dat dit voortdurend
onder druk staat.
− Alle hydraulische functies kunnen direct door middel van de schakelaars op de
bedieningseenheid worden bediend.
− De bedieningsrichting van de desbetreffende schakelaar komt overeen met de
bedieningsrichting van de uitgevoerde functie.
20
Flowmaster FMA + SMC
BEDIENINGSHANDLEIDING