Werkt de automatische regeling van het spuitvolume met de druksensor, dan gaat het bij
de weergegeven doorstroomhoeveelheid slechts om een berekende waarde. Door
bepaalde oorzaken, bijvoorbeeld versleten of vervuilde doppen, kunnen er verschillen
tussen de werkelijke waarde en de berekende waarde ontstaan.
Let op:
Wordt de druksensor voor de automatische regeling van het spuitvolume
gebruikt, let er dan absoluut op dat op het beeldscherm dopkeuze en
spuitvolume, §4.3 , de juiste dop wordt geselecteerd. Komt de ingevoerde
dopgrootte niet met de grootte van de gemonteerde dop overeen, dan werkt de
spuitcomputer door een verkeerde omrekening niet met de juiste spuitdruk. Dit
betekent dat het werkelijke spuitvolume l/ha niet met de weergegeven waarde
op het display overeenkomt.
Bij een zeer lage doorstroomsnelheid, kleiner dan 10 l/min, kan de flowmeter niet meer
nauwkeurig meten. Daardoor kan de spuitcomputer niet meer nauwkeurig regelen en zal
het werkelijke spuitvolume l/ha afwijken van de gewenste waarde. De spuitcomputer toont
dan het 'Flow low'- alarm. Schakel over op handmatige bediening (zie §4.1.9 ) en stel de
juiste spuitdruk in volgens de tabel. Lees de actuele spuitdruk af op de manometer die
voorop de spuitmachine is gemonteerd.
berekende
spuitdruk
ingeschakelde
secties
De selectie, welke sensor (stromingsmeter of druksensor) voor het regelen van het
spuitvolume moet worden gebruikt, wordt in het Instellingen- en servicemenu in de fabriek
ingesteld en kan alleen na het invoeren van een PIN - code worden gewijzigd.
§4.1.6 Tankinhoud
Op het hoofdscherm wordt ook voortdurend de actuele tankinhoud van de hoofdtank
weergegeven. Hiertoe moet na het vullen van de tank de vulhoeveelheid op het
beeldscherm "vullen" worden ingevoerd. Bij uitrusting met vulhoeveelheidmeting (b.v. met
een stromingsmeter of vulniveausensor) wordt de gemeten vulhoeveelheid na het vullen
automatisch overgenomen (zie beeldscherm "vullen", §4.6 ). De computer rekent de
waarde dan tijdens het spuiten aan de hand van de verbruikshoeveelheid terug, totdat
een waarde van nul is bereikt .
Aan de hand van de actuele tankinhoud en het geprogrammeerde spuitvolume l/ha
berekent de computer ook voortdurend het resterende traject in "m" resp. het
resterende oppervlak in "ha", dat met de resterende inhoud nog gespoten kan worden
en toont dit op het display (zie boven).
Daalt de resterende hoeveelheid in de tank tot onder een bepaalde waarde, die op het
beeldscherm "Operation", §5.1 (instellingen- en servicemenu) kan worden
geprogrammeerd, dan verschijnt er een waarschuwingssignaal op het display en klinkt er
een geluidssignaal.
Opmerking: De vulhoeveelheid hoeft niet per se te worden ingevoerd. De werking van de
32
Flowmaster FMA + SMC
"bar"
automatische spuitvolumeregeling wordt hierdoor niet beperkt.
gemeten
doorstroom-
hoeveelheid
"l/min"
Getoond
alarm
BEDIENINGSHANDLEIDING