Uitrusting met vulhoeveelheidmeting:
Bij uitrusting met vulhoeveelheidmeting kan nu de vordering van het vulproces aan de hand van de
balk en de weergegeven waarde voor de actuele tankinhoud op het display worden gevolgd.
Is 80% van de geprogrammeerde vulhoeveelheid bereikt, dan klinkt op de SMC – box een
geluidssignaal. De frequentie van het geluidssignaal stijgt bij toenemende vulhoeveelheid tot
een continu signaal (bij 100%).
Aanwijzing: Het moment, waarop het geluidsignaal begint (b.v. bij 80% van de
vulhoeveelheid) kan in de basisinstellingen van de SMC – box worden
geprogrammeerd.
Is de geprogrammeerde vulhoeveelheid bereikt, dan stopt het geluidssignaal; het display van
de Flowmaster schakelt automatisch van het beeldscherm Vullen over op het hoofdscherm
en de vulhoeveelheid wordt op het hoofdscherm overgenomen.
Tegelijkertijd worden bij Autoset de ventielen A, B, D en E op het
Auto
bedieningscentrum van de spuit automatisch op positie "Spuiten UIT" gezet.
Bij Assistron springen tegelijkertijd de LED`s op de beide 5-weg-kranen A en B op
Ass.
positie "Spuiten UIT" om. De beide 5-weg-kranen A en B moeten handmatig
overeenkomstig de LED`s worden omgeschakeld.
Bij standaarduitrusting moeten de 5-weg-kranen A en B op de positie "Spuiten UIT"
Man.
worden omgeschakeld, als het gewenste vulniveau is bereikt. Dat betekent: 5-weg-
kraan A op pos 2 (hoofdtank) en 5-weg-kraan B op pos 2 (drukregelaar) (zie tabel
1 op pagina 46 resp. bedieningshandleiding van de spuit).
Door het "Stop" – symbool te kiezen kan het vulproces op elk moment worden onderbroken.
Het display van de Flowmaster schakelt dan over van het beeldscherm Vullen op het
hoofdscherm en de tot op dat moment bereikte vulhoeveelheid wordt op het hoofdscherm
overgenomen.
Tegelijkertijd worden de ventielen bij Autoset automatisch op de positie "Spuiten
Auto
UIT" gezet.
Bij Assistron springen de LED`s op de beide 5-weg-kranen A en B op positie
Ass.
"Spuiten UIT". De beide 5-weg-kranen A en B moeten handmatig overeenkomstig
de LED`s worden omgeschakeld.
Bij standaarduitrusting moeten de 5-weg-kranen A en B op de positie "Spuiten UIT"
Man.
worden omgeschakeld, als het gewenste vulniveau is bereikt. Dat betekent: 5-weg-
kraan A op pos 2 (hoofdtank) en 5-weg-kraan B op pos 2 (drukregelaar).
Uitrusting zonder vulhoeveelheidmeting:
Bij uitrusting met Autoset of Assistron maar zonder vulhoeveelheidmeting moet het vulproces
handmatig worden beëindigd, als het gewenste vulniveau in de tank is bereikt.
Dit gebeurt door het "Stop" – symbool te kiezen
over van het beeldscherm Vullen op het hoofdscherm en de eerder ingevoerde vulhoeveelheid
wordt op het hoofdscherm overgenomen.
Tegelijkertijd worden de ventielen bij Autoset automatisch op de positie "Spuiten UIT" gezet.
Bij Assistron springen de LED`s op de beide 5-weg-kranen A en B op de positie "Spuiten UIT".
De beide 5-weg-kranen A en B moeten handmatig overeenkomstig de LED`s worden
omgeschakeld.
Ook bij standaarduitrusting zonder Selectron of Assistron en zonder vulhoeveelheidmeting kan de
vulhoeveelheid, die bijvoorbeeld op de vulniveau-aanduiding wordt afgelezen, worden ingevoerd.
Hiertoe dient na het invoeren van de vulhoeveelheid (zie boven) deze met
worden.
Na het kiezen van het "Stop" – symbool
ingevoerde waarde wordt als actuele tankinhoud overgenomen.
52
Flowmaster FMA + SMC
schakelt het display over op het hoofdscherm en de
. Het display van de Flowmaster schakelt dan
BEDIENINGSHANDLEIDING
bevestigd te