GEBRUIKSAANWIJZING
INSTALLATIE EN VERWIJDERING BORSTEL/PADHOUDER
OPMERKING
Installeer ofwel borstel (A, Figuur 5) of de padhouder (B en C, Figuur 5) volgens het type vloer dat moet
worden gereinigd.
VOORZICHTIG!
Vóór installatie of verwijdering van de borstel of de padhouder moet er voor gezorgd worden dat alle
schakelaars uitgeschakeld zijn, de zuigmond is opgegeven en het borstel-/padhouderdek zich boven de vloer
bevindt. De bediener moet uitgerust zijn met geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals
handschoenen, om de kans op ongelukken te beperken.
Ga als volgt te werk:
1.
Schakel de stroomschakelaar uit (39, Figuur 2).
2.
Til het dek op door te drukken op het pedaal (27, Figuur
1).
3.
Plaats de borstels (A, Figuur 5) of de padhouder (B,
Figuur 5) onder het dek (12, Figuur 1).
4.
Breng het dek omlaag op de borstels/padhouders door op
het pedaal (27, Figuur 1) te drukken.
5.
Druk op de startschakelaar (39, Figuur 2).
6.
Druk
op
een
veiligheidsschakelaarhendels (2, Figuur 1) om de
borstel/padhouder in te schakelen en laat deze vervolgens
los. Indien nodig, herhaal de procedure totdat de
borstels/padhouders zijn ingeschakeld.
7.
Als bovenstaande stap nr. 6 moeilijk blijkt te zijn, gebruik
dan de handmatige methode door de borstel/padhouder in
de richting tegengesteld aan de normale draairichting te
draaien en deze kan er vervolgens af worden gehaald.
(zoals weergegeven in Figuur 5)
WAARSCHUWING!
Om de borstel/padhouder in te schakelen, drukt u op deveiligheidsschakelaarhendel (2, Figuur 1) die de
motor van de borstel/padhouder inschakelt.
8.
Om de borstel/padhouder te verwijderen, tilt u het dek op door het pedaal in te drukken (27, Figuur 1) en drukt u op de schakelaar
(37, Figuur 2), dan wordt de borstel/padhouder verwijderd.
van
de
borstel/vooruit
A
Figure 5
Figuur 5
13
NEDERLANDS
B
C