Inhoudsopgave
Advertenties
regel T14 uit; als de waarde groter dan of gelijk aan 0,0001 is, gaat het
programma verder met regel T15.
Vlaggen
Een vlag is een indicator voor een status. Een vlag kan actief (waar)
of niet actief (niet waar) zijn. Het testen van een vlag is ook een
voorwaardelijke test die werkt volgens de regel "Do if true": het
programma gaat direct verder als de geteste vlag actief 1s, en slaat een
regel over als de vlag niet actief is.
De betekenis van vlaggen
De HP 32SII heeft 12 vlaggen, die genummerd zijn van 0 tot en met
11. Alle vlaggen kunnen vanaf het toetsenbord of met een instructie
in een programma actief of inactief gemaakt worden of getest worden.
De standaardstatus van alle 12 vlaggen is niet actief. De procedure
waarbij het geheugen door drie toetsaanslagen wordt gewist, staat in
appendix B. Bij deze procedure worden alle vlaggen inactief gemaakt.
(x)
{ALL} {*'} heeft geen invloed op de vlaggen.
m De vlaggen 0, 1, 2, 3 en 4 hebben geen vooraf gedefinieerde
betekenis. Dit houdt in dat de status van deze vlaggen de betekenis
krijgt die u zelf definieert in een bepaald programma. (Zie het
volgende voorbeeld.)
m Als vlag 5 actief is, wordt een programma onderbroken als er in
een programma overflow optreedt en ziet u OYERFLOW en A in de
display. Er is sprake van overflow als een resultaat groter is dan
het grootste getal waarmee de calculator kan werken. Het overflow
resultaat wordt vervangen door het grootst mogelijke getal. Als vlag
5 niet actief is, wordt een programma bij overflow niet onderbroken,
maar ziet u aan het einde van het programma even de melding
COVERFLIOH.
m Vlag 6 wordt bij overflow automatisch actief gemaakt door de
calculator (maar u kunt vlag 6 ook zelf activeren). Dit heeft verder
geen gevolgen, maar kan wel gebruikt worden om te testen.
Met vlag 5 en 6 kunt u iets aan overflow-situaties doen als deze
tijdens een programma optreden. Als u vlag 5 activeert, stopt een
programma op de eerstvolgende regel na de regel waardoor de
overflow werd veroorzaakt. Door vlag 6 te testen in een programma
Programmeertechnieken
13-9
Advertenties
Inhoudsopgave
