Gebruikte variabelen:
N
Het aantal aflossingstermijnen.
I
De periodieke rente in percentages uitgedrukt.
(Als bijvoorbeeld de jaarlijkse rente 15%
bedraagt, en er 12 betalingen per jaar zijn, is het
periodieke rentepercentage 1 15+12=1.25%.)
B
Het beginsaldo van een lening of spaarrekening.
De periodieke betaling.
F
De toekomstige waarde van een spaarrekening of
het toekomstige saldo van een lening.
Voorbeeld:
Deel 1. U financiert de aankoop van een auto met een lening die een
looptijd van 3 jaar (36 maanden) heeft , een rentepercentage van
10,5% en maandelijkse aflossingen. De prijs van de auto is f7.250. Uw
eerste aanbetaling bedraagt 1.500. Hoeveel betaalt u per maand?
B =7.250 -1.500
I =10,5% perjaar
N = 36 maanden
17-4
Diverse programma's en vergelijkingen