10 Verhelpen van storingen en diagnose
10.5
Storing
De warmtepomp wordt uitgeschakeld. Deze kan na het
verhelpen van de oorzaak van de storing alleen resetten
van de storing opnieuw worden gestart (zie menu I 1).
Met uitzondering van storing 90 en 91, deze hoeven niet
te worden gereset. De warmtepomp start opnieuw, wan-
neer de oorzaak van de storing is verholpen.
Noodmodus
Afhankelijk van het type storing kunt u instellen dat de
warmtepomp tot het verhelpen van de oorzaak van de
storing in een noodmodus (via de geïntegreerde elektri-
sche hulpverwarming) verder werkt, en wel voor CV-
functie (weergave "CV-functie voorrang"), voor warm-
waterfunctie (weergave "Warm water voorrang") of
voor beide (weergave "CV-functie voorrang/warm water
voorrang"), zie volgende tabellen, kolom "Noodmodus".
Storingscode Storingstekst/beschrijving Noodmodus Mogelijke oorzaak
33
Fout CV-circuitdruksensor
Kortsluiting in druksensor
40
Fout sensor T1
Kortsluiting in voeler
41
Storing sensor T3
Warmtebron
42
Fout sensor T5
Kortsluiting in voeler
43
Fout sensor T6
Kortsluiting in voeler
44
Fout buitenvoeler AF
Kortsluiting in voeler
45
Fout Boilervoeler SP
Kortsluiting in voeler
46
Fout Sensor VF1
Kortsluiting in voeler
47
Fout Retour Sensor..... RF1
Kortsluiting in voeler
48
Fout Aanvoer Sensor..... VF2
Kortsluiting in voeler
49
Fout Sensor T7
52
Voeler staat niet op hydrau-
lisch schema
Tabel 10.4 Uitschakeling door storing
64
De druksensor in het CV-circuit is
defect of niet correct opgestoken.
mogelijk
De interne temperatuurvoeler aan
hogedrukzijde van de compressor is
defect of niet juist op de printplaat
gestoken.
mogelijk
De interne temperatuurvoeler voor
de ingangstemperatuur van de
warmtebron is defect of niet correct
op de printplaat gestoken.
mogelijk
De interne temperatuurvoeler op de
CV-retourleiding is defect of niet
correct op de printplaat gestoken.
mogelijk
De interne temperatuurvoeler op de
CV-aanvoerleiding is defect of niet
correct op de printplaat gestoken.
mogelijk
De buitentemperatuurvoeler of de
verbindingsleiding is defect of de
aansluiting is niet correct.
mogelijk
De boilertemperatuurvoeler is de-
fect of de aansluiting is niet correct.
mogelijk
De bovenste voeler in de bufferboi-
ler is defect of de aansluiting is niet
correct.
mogelijk
De onderste voeler in de bufferboi-
ler is defect of de aansluiting is niet
correct.
WW-functie
De oppervlaktetemperatuursensor
mogelijk
VF2 in het CV-circuit is defect of de
aansluiting is niet correct.
mogelijk
De interne temperatuurvoeler op de
buis van de verdamper naar de 4-
wegklep is defect of niet juist inge-
stoken op de printplaat.
_
Hydraulisch schema niet correct in-
gevoerd, voeler niet correct aange-
sloten.
Maatregel voor verhelpen
Steekcontact op de printplaat en bij
de kabelboom controleren, druksen-
sor op correcte werking controleren,
druksensor vervangen.
Steekcontact op de printplaat en bij
de kabelboom controleren, voeler op
correcte werking controleren (weer-
standsmeting aan de hand van de ka-
rakteristieken VR 11, zie bijlage), voe-
ler vervangen.
ProE-stekker op printplaat controle-
ren, verbindingsleiding controleren,
voeler vervangen.
ProE-stekker op de printplaat contro-
leren, voeler op correcte werking con-
troleren (weerstandsmeting aan de
hand van karakteristieken VR 10, zie
bijlage), voeler vervangen.
Steekcontact op de printplaat en bij
de kabelboom controleren, voeler op
correcte werking controleren (weer-
standsmeting aan de hand van de ka-
rakteristieken VR 11, zie bijlage), voe-
ler vervangen.
Hydraulisch schema en voelerposities
aan de hand van het aanwezige sy-
steem controleren.
Installatiehandleiding geoTHERM VWL 0020076184_00