10 Verhelpen van storingen en diagnose
Storingscode Storingstekst/beschrijving Noodmodus Mogelijke oorzaak
94
Fase-uitval zekering contro-
leren
Een of meerdere fasen uitge-
vallen.
95
Verkeerde draairichting
comp. fasen verwisselen
Fasevolgorde niet correct
96
Fout druksensor koelcircuit
Kortsluiting in druksensor
Tabel 10.4 Uitschakeling door storing (vervolg)
10.6
Overige fouten/storingen
Tekenen van storing
De extra verwarming functioneert niet, hoe-
wel deze door de thermostaat is vrijgegeven
(b.v. in de wachttijd door netexploitant
(wachttijd energiebedrijf)), de CV of de
warmwaterboiler bereiken niet de gewenste
temperatuur.
Geluiden in CV-circuit.
Watersporen onder of naast het toestel.
Buitentemperatuur geeft -60 ºC aan.
Temperaturen in het CV-circuit te koud of te
warm.
Tabel 10.5 Overige fouten/storingen
66
mogelijk
Fase-uitval of zekering geactiveerd. Zekeringen en kabelaansluitingen con-
Slecht vastgedraaide elektrische
aansluitingen.
Te lage netspanning.
Energiebedrijf-blokkering bij ver-
keerd ingesteld elektrisch schema
(b.v. elektrisch schema 1).
Aanloopstroombegrenzer defect of
verkeerd aangesloten.
mogelijk
Fasen verwisseld.
Aanloopstroombegrenzer defect of
verkeerd aangesloten.
mogelijk
Een druksensor in het koelcircuit is
defect of niet correct opgestoken.
Mogelijke oorzaak
De extra verwarming is via nachtstroom
aangesloten en deze is juist door de netex-
ploitant geblokkeerd.
De veiligheidstemperatuurbegrenzer (TB)
van de extra verwarming is geactiveerd.
Bij herhaald optreden mogelijke oorzaken:
Lucht in het CV-systeem. Verstopte vuilfil-
ters in de retourleiding van het CV-systeem.
De CV-circulatiepomp is blijven stilstaan of
loopt te langzaam.
Lucht in CV-circuit.
Vervuilingen in het CV-circuit.
Bivalentietemp. verkeerd ingesteld.
Pomp defect.
De condensafvoer is verstopt.
Lekkages in het CV-circuit.
Buitentemperatuurvoeler defect.
Gewenste kamertemp. niet optimaal inge-
steld
Verlagingstemp. niet optimaal ingesteld.
Stooklijn niet optimaal ingesteld.
Maatregel voor verhelpen
troleren (stroomvoeding naar com-
pressor).
Elektrische aansluitingen controleren.
Spanning bij de elektrische aansluiting
van de warmtepomp meten.
Instelling elektrisch schema controle-
ren.
Aanloopstroombegrenzer controleren.
Fasevolgorde door verwisselen van
telkens 2 fasen bij de netvoeding wij-
zigen.
Aanloopstroombegrenzer controleren.
Steekcontact op de printplaat en bij
de kabelboom controleren, druksensor
op correcte werking controleren,
druksensor vervangen.
Maatregel voor verhelpen
Controleren of extra verwarming via nacht-
stroom is aangesloten en er net sprake is
van een wachttijd van het energiebedrijf.
TB ontgrendelen door het indrukken van de
toets.
CV-circuit ontluchten. Verstopte vuilfilters
reinigen.
De CV-circulatiepomp controleren en evt.
vervangen.
CV-circuit ontluchten.
CV-circuit spoelen.
Bivalentietemp. (menu A3) wijzigen.
Pomp controleren op werking, evt. vervan-
gen.
Condenswater binnenin het toestel wordt in
de condensbak opgevangen en evt. onder
het toestel afgevoerd (geen storing). Con-
troleer de leidingisolatie binnenin het toe-
stel, evt. na-isoleren om de vorming van
condenswater te verminderen.
Controle van de CV-circuitcomponenten
(pomp, extra verwarming, buizen) op lekka-
ges.
Evt. schroefverbindingen vaster aandraaien
en afdichtingen vervangen.
Buitentemperatuurvoeler controleren.
Gewenste kamertemp. (menu
Verlagingstemp. (menu
Stooklijn (menu C2) wijzigen.
Installatiehandleiding geoTHERM VWL 0020076184_00
1) wijzigen.
1) wijzigen.