Installatie van de binneneenheid
Elektrische verbinding
Sluit de binnenunit aan op het lichtnet volgens de instructies die in dit hoofdstuk worden beschreven.
!
WAARSCHUWING
• De uiteindelijke elektrische aansluiting kan alleen worden uitgevoerd door de persoon die door de
fabrikant is geautoriseerd om te zorgen voor een juiste en efficiënte werking van het apparaat.
HET IS STRIKT VERBODEN VOOR ONGEAUTORISEERDE PERSONEN OM TE BESPAGEN
MET DE ELEKTRISCHE AANSLUITING VAN HET APPARAAT.
• Het apparaat moet op het net worden aangesloten, dat een ingebouwd RCD-aardlekschakelaar
heeft, schakelaar type A.
• Let op de kenmerken van de in- en uitgangen. Een onjuiste aansluiting kan resulteren in schade
aan het apparaat.
!
LET OP
• Het apparaat verbinden met het elektrische netwerk moet worden uitgevoerd in overeenstemming
met de normen voor het aansluiten van apparaten op het elektrische netwerk. Het apparaat moet
worden aangesloten op het elektriciteitsnet via de voeding die voor de elektrische installatie is
geleverd overeenkomstig de geldende regelgeving.
• Het apparaat moet op het elektriciteitsnet worden aangesloten met behulp van een kabel met de
juiste doorsnede (raadpleeg paragraaf 7 voor meer informatie). De elektricien bepaalt de
kabeldiameter volgens de installatiemethode, de afstand van het apparaat tot de elektrische
hoofdkast en de sterkte van het apparaat.
• Het totale elektrische vermogen van apparatuur die rechtstreeks op de controller worden
aangesloten, mag niet hoger zijn dan 500 W.
Anders moet u de externe apparaten van een afzonderlijke stroombron voorzien en alleen de
bedieningselementen op de controller aan te sluiten.
• Verstrengel de communicatiekabel (in overeenstemming met de beste technische procedures en
voorschriften) niet met de stroomkabels.
36 Lucht-water warmtepomp