442 Proces PID differentiatietijd
(PROC. DIFF. TIME)
Waarde:
0,00 (OFF) - 10,00 s
Functie:
De differentiator reageert niet op een constante
fout. Hij levert alleen een versterking wanneer
de fout verandert. Hoe sneller de fout verandert,
hoe groter de versterking die de differentiator
levert. De versterking is proportioneel met de
snelheid waarmee de fout verandert.
Beschrijving van de keuze:
Bij een lange differentiatietijd wordt een snelle
regeling verkregen. De tijd kan echter te lang
worden, waardoor het proces instabiel kan
worden als gevolg van overswing.
443 Proces PID diff. versterking begrenzing
(PROC. DIFF.GAIN)
Waarde:
5,0 - 50,0
Functie:
Het is mogelijk een begrenzing in te stellen van de
door de differentiator geleverde versterking. De
differentiatorversterking zal toenemen wanneer er snelle
veranderingen zijn en om die reden kan het voordelig
zijn om beperkingen op te leggen aan deze versterking.
Daarbij wordt een reguliere differentiatorversterking
verkregen bij langzame veranderingen en een
constante differentiatorversterking wanneer de
fout snelle wijzigingen ondergaat.
Beschrijving van de keuze:
Selecteer de gewenste begrenzing voor de
differentiatorversterking.
444 Proces PID laagdoorlaatfilter, tijd
(PROC FILTER TIME)
Waarde:
0.02 - 10.00
Functie:
Ruis op het terugkoppelingssignaal wordt gedempt
door een laagdoorlaatfilter van de eerste orde
om de invloed ervan op de procesregeling te
verminderen. Dit kan bijvoorbeeld een voordeel zijn
wanneer er veel ruis op het signaal is.
= fabrieksinstelling. () = display-tekst [] = waarde die gebruikt wordt voor communicatie via de seriële communicatiepoort.
MG.28.A7.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
®
VLT
Serie 2800
Beschrijving van de keuze:
Selecteer de gewenste tijdconstante (t). Indien er
een tijdconstante (t) van 0,1 s geprogrammeerd is,
zal de uitschakelfrequentie voor het laagdoorlaatfilter
0,00 s.
1/0,1 = 10 RAD/s bedragen, hetgeen overeenkomt
met (10 / 2 x
PID-regelaar alleen terugkoppelingssignalen zal
regelen die variëren met een frequentie van minder
dan 1,6 Hz. Als het terugkoppelingssignaal met
een grotere frequentie dan 1,6 Hz varieert, wordt
het gedempt door het laagdoorlaatfilter.
445 Inschakeling bij een draaiende motor
(FLYINGSTART )
Waarde:
Off (DISABLE)
OK - same direction
(OK-SAME DIRECTION)
OK - both directions
(OK-BOTH DIRECTIONS)
DC brake and start
(DC-BRAKE BEF. START)
5,0
Functie:
Deze functie maakt het mogelijk een draaiende
motoras 'op te vangen', bijvoorbeeld wanneer deze
als gevolg van een stroomuitval niet langer door de
frequentie-omvormer bestuurd wordt. De functie wordt
bij elk startcommando geactiveerd. Om te zorgen dat
de frequentie-omvormer de draaiende motoras 'op kan
vangen', moet het toerental van de motor lager zijn
dan de frequentie die overeenkomt met de frequentie
in parameter 202 Output frequency, high limit, f
Beschrijving van de keuze:
Selecteer Disable [0] indien deze functie niet vereist is.
Selecteer OK - same direction [1] indien de motoras
bij inschakeling uitsluitend in dezelfde richting mag
draaien. OK - same direction [1] moet geselecteerd
worden indien Clockwise only geselecteerd is in
parameter 200 Output frequency range.
Selecteer OK - both directions [2] wanneer de motor bij
inschakeling in beide richtingen moet kunnen draaien.
0.02
Selecteer DC brake and start [3] indien de
frequentie-omvormer de motor moet kunnen
afremmen met de gelijkstroomrem, gevolgd door
start. Er wordt aangenomen dat de parameters
126-127/132 DC brake zijn geactiveerd. Wanneer de
motor met hoge snelheid vrij draait ('windmilling'), kan
p
) = 1,6 Hz. Dit betekent dat de
[0]
[1]
[2]
[3]
.
MAX
51