4. Vul het carter met olie; zie
controleren. (bladz.
Motoroliepeil
25).
Onderhoud
brandstofsysteem
Onderhoud van
brandstofsysteem
GEVAAR
In bepaalde omstandigheden zijn
dieselbrandstof en brandstofdampen
uiterst ontvlambaar en explosief. Brand of
explosie van brandstof kan brandwonden of
materiële schade veroorzaken.
• Gebruik een trechter of tuit; brandstof
uitsluitend in de open lucht bij een
afgezette of koude motor bijvullen.
Eventueel gemorste brandstof opnemen.
• Vul de brandstoftank niet helemaal. Vul
de brandstoftank totdat het peil 6 mm tot
13 mm van de onderkant van de vulbuis
staat. Dit geeft de brandstof in de tank
ruimte om uit te zetten.
• Rook nooit wanneer u met brandstof bezig
bent en houd de brandstof weg van open
vlammen of vonken.
• Bewaar de brandstof in schone, veilige en
goedgekeurde containers en zorg dat de
dop op zijn plaats blijft.
Brandstoftank
Onderhoudsinterval: Om de 800 bedrijfsu-
ren—Brandstoftank aftappen en
reinigen.
De brandstoftank moet worden afgetapt en gereinigd
volgens het aanbevolen onderhoudsinterval, als
het brandstofsysteem vervuild raakt of wanneer u
de machine voor langere tijd gaat stallen. Gebruik
schone brandstof om de tank uit te spoelen.
Brandstofleidingen en
-verbindingen
Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsu-
ren—Brandstofleidingen en
-verbindingen controleren.
De leidingen en aansluitingen controleren op slijtage,
beschadigingen of loszittende verbindingen.
47