COM4 CompactLine-units
6
Installatie
6.1
Voorwaarden
6.2
Installatie van luchtgeleidings- en luchttransportcomponenten
FläktGroup DC-2016-0104-NL 2018-09/R4 • Onder voorbehoud van wijzigingen
Gevaar door giftige stoffen!
Glycol en andere vorstbeveiligingsmiddelen zijn bij inslikken voor mens en dier
schadelijk voor de gezondheid.
•
Bij ongewild inslikken moet u onmiddellijk een arts raadplegen!
Opgelet!
De aansluiting van media, warmtewisselaars, bevochtigers enz., mag uitsluitend
door gekwalificeerd technisch personeel geschieden. Dit moet op grond van de
genoten vaktechnische opleiding en ervaring over voldoende kennis van de rele-
vante ongevallenpreventievoorschriften en de overige algemeen erkende veilig-
heidstechnische en arbeidsmedische regelgeving beschikken.
Schade aan het apparaat!
•
Let er bij het betreden van CompactLine-units op dat de bodempanelen niet
belast worden.
•
Bij installatiewerkzaamheden geschikte maatregelen nemen, om de belasting
over de bodemprofielen te verdelen (bijv. door looproosters).
•
Unit op uitwendige beschadigingen inspecteren en controleren of deze correct
opgesteld en verankerd is.
•
Controleren of isolatielagen tegen resonantie en mechanische trilling zijn
aangebracht. Dit houdt in dat:
– bij gelijkvloerse opstelling zonder speciale vereisten ten aanzien van de tril-
lingsonderdrukking een scheiding tussen de unit en de fundering door middel
van bijv. rubberen platen is aangebracht;
– bij plafondmontage gangbare veerelementen zijn toegepast;
– bij speciale geluidstechnische vereisten een akoesticus over de meest geschik-
te wijze van trillingsonderdrukking om advies is gevraagd.
•
Controleer alvorens met de media-aansluiting te beginnen, of aan de volgende
voorwaarden wordt voldaan:
– Op alle lage punten van het watersysteem moeten aftapkranen zijn aange-
bracht, om het watercircuit voor onderhouds- of reparatiewerkzaamheden
geheel te kunnen ledigen.
– Om het watersysteem van de unit te kunnen ledigen, moet een waterafvoer met
een afsluiter zijn aangebracht.
– Op alle hoge punten van het watersysteem moeten op goed toegankelijke plaat-
sen ontluchtingsventielen zijn aangebracht.
•
Het aanwezige buizensysteem schoon spoelen en een spoelprotocol opstellen.
Om overdracht van mechanische trilling te voorkomen, moet de aansluiting van de
luchtkanalen op de unit torsievrij door middel van elastische aansluitingen of trilling-
sisolatoren geschieden (zie daartoe tevens "Onderdrukking van mechanische trilling "
op pagina 47). Wanneer u de luchtkanalen via flexibele kanaalaansluitingen op de unit
aansluit, moet de inbouwlengte kleiner dan de gestrekte lengte zijn.
OPGELET
Installatie
53