Verhelpen van storingen
Storing
(C) Debietsalarm
(D) Verkeerde weergave van
de temperatuur of vochtig-
heid resp. drukwaarden.
(E) Regelaar defect
(F) Bij het indrukken van de
toets aan/uit start het toestel
niet op.
90
Mogelijke storingsoorzaak
1. Defecte statusschakelaar.
2. Ventilatorstoring.
1. Beschadigde sensoraansluitingen.
2. Microprocessor beschadigd.
3. Verkeerde sensorkalibrering.
4. Losse aansluitingen.
5. Sensor verkeerd gemonteerd.
6. Afscherming tegen aarding aan sen-
sorkabel ondoeltreffend.
7. Stroomtoevoer van de sensor defect. Aansluitingen van de stroomtoevoer controleren.
Herkenbaar door:
1. Beschadigde cijfers op de display.
2. Vals alarm op de display.
3. De in de software ingestelde para-
meters worden teruggezet naar fabriek-
sinstelling.
1. Eén of meerdere bedrijfsdagen staan
op UIT (gebruikersniveau 'algemeen')
ingesteld.
2. 24 uur klok instellen (gebruikersni-
veau 'algemeen').
3. Handmatig/extern uitgeschakeld
door controlesysteem of brandalarm.
Maatregel
Controleer de door de ventilatoren verbruikte stroom en
ga na of het ventilatortoerental correct is ingesteld.
Ventilator(en) vervangen.
Zie geschikt sensoronderhoud.
Zie hoofdstuk (E).
Configureer het verloop zoals in gebruikersniveau 'techni-
ci, kalibratie' beschreven staat.
Controleer of de sensorklemmen en elektrische aanslui-
tingen goed vastzitten. Controleer de sensoraansluitingen
aan de regelaar.
Ga na of de sensoren correct gepositioneerd zijn.
De sensorbedrading moet afgeschermd en gescheiden
zijn van de voedingskabels. De afscherming moet slechts
aan één uiteinde tegen aarding aangesloten worden (zie
schakelschema voor details).
Oorzaken:
1. Slechte scheiding van stuur- en stroombekabeling. Let
vooral op de bouwzijdige bekabeling, wijzigingen in de
unit alsook evt. externe vergrendelingen.
2. Bevochtigercilinder is erg vuil, waardoor in de cilinder
vonkvorming optreedt, daarom moet u de cilinder meteen
vervangen.
Controleer eerst of de tijdsturing noodzakelijk is, nadien
kunt u deze aanpassen of alle dagen inschakelen.
Controleer eerst of de tijdsturing noodzakelijk is, nadien
kunt u de klok aanpassen. Stel zowel de inschakelings-
als uitschakelingstijd in op 00:00 uur, om de klok te des-
activeren.
Extern signaal activeren.
OPGELET: nooit contact „nood-uit" overbruggen zonder
schriftelijke toestemming.
FläktGroup DC-2016-0104-NL 2018-09/R4 • Onder voorbehoud van wijzigingen
COM4 CompactLine-units