644-6787
5.
Verzeker dat de motorbesturing niet op "AUTO
START" staat.
6.
Breng een "Niet gebruiken" waarschuwingslabel
o.i.d. aan bij de excitatie van de motor.
7.
Neem het deksel van de aansluitkast van de
generator.
8.
Gebruik een contactloze tester (met licht- of
geluidssignaal) om te controleren dat de generator
spanningsvrij is. De isolatie van deze tester
moet geschikt zijn voor de betreffende spanning.
Volg alle richtlijnen om te controleren dat de
tester werkt.
9.
Bevestig dat de generator spanningsvrij is.
Sluit aardverbindingen aan op de geleiders of
aansluitingsklemmen Zolang men werkt moeten
deze aardverbindingen aangesloten blijven op de
geleiders of aansluitingsklemmen.
Veiligheid
Pagina 23