Elektrische aansluitingen
8.11.3 Back-upmasterunit
Het is mogelijk om een unit te configureren als back-upmaster, waardoor
wordt voorkomen dat bepaalde functies worden onderbroken als de
master uitvalt.
Om een back-upmaster te configureren:
▶ Stel de dipschakelaar 3 van de S4 in op AAN bij opstarten.
▶ Configureer de serviceparameters onafhankelijk op zowel de HMI
van de master als de back-upmaster.
– Dit kan worden gedaan door eerstgenoemde in te stellen en de
parameters via USB naar de back-upunit te kopiëren.
1
5
6
7
8
Afb. 103 Aansluitschema van het elektrische regelsysteem voor het cascadesysteem (1N ~)
[1]
Mastereenheid
[2]
Slave-unit
[3]
Gebruik afgeschermde ader en aard de afschermingslaag.
[4]
Alleen voor de laatste IDU moet een verwarming voor de construc-
tie worden toegevoegd aan H1 en H2
[5]
Aan-uitschakelaar
[6]
Zekering
[7]
Stroomvoorziening
[8]
Verdeelpaneel
[9]
Externe verwarming
8.11.4 Configuratie
Er is slechts één unit tegelijk geconfigureerd als systeemmaster.
Op een master/slave-netwerk hoeft slechts één unit als master te wor-
den geconfigureerd; configureer SW9 conform afb. 99, pagina 72:
alleen de master-unit kan de master-regelaar aansluiten.
74
Dit is de enige manier om ervoor te zorgen dat wanneer de master uitvalt,
de andere master het systeem voorziet van dezelfde vooraf geladen
functies. Overschakelen van de master naar de back-upmaster vindt al-
leen plaats in het geval van grote systeemalarmen en alleen de status
(AAN/UIT), het bedrijf (warm/koud) en instelpuntwerkingsparameters
worden gekopieerd. De overige parameters van de gebruikersinstellin-
gen worden bij problemen niet naar het systeem overgedragen.
Om verlies van de gewenste instellingen te voorkomen:
▶ Kopieer regelmatig de instelling van de master naar de back-upmas-
ter.
1
2
2
6
6
8
3
2
2
6
8
Compress 2000 AWF – 6721859589 (2023/11)
4
9
8
0010053209-001