Aansluiten verwarmde toebehoren
Als uw toepassing meervoudig verwarmd toebehoren
vereist, sluit u de elektrische aansluitingen van de
verwarmde slangen aan op de warmteregelkast.
Voorbeeld
Verwarmde zones worden gebruikt om een primair en
secundair systeem te verbinden met een verwarmd blok
en een enkel doseerventiel. A-# zones staan op het Warmte
A scherm en B-# zones staan op het Warmte B scherm.
Indien een uitbreidingsmodule wordt gebruikt, zou deze
op de schermen Warmte A-E of Warmte B-E staan.
In dit voorbeeld omvat eenheid A de volgende verwarmde
componenten:
•
Slang 1: De ronde elektrische connector wordt
aangesloten op poort 1 van de AMZ die zich op
de warmteregelkast van eenheid A bevindt. De
vierkante, elektrische connector van slang 1 wordt
aangesloten op het verwarmde dubbele blok.
•
Pompverwarmer: De pompverwarmer wordt
aangesloten op poort 4 van de AMZ op de
warmteregelkast van eenheid A.
•
Platenverwarmer: De platenverwarmer wordt
aangesloten op poort 5 van de AMZ op de
warmteregelkast van eenheid A.
•
Slang 3: De ronde elektrische aansluiting wordt
aangesloten op poort 6 van de uitbreidingsmodule
op eenheid A. De vierkante elektrische aansluiting
wordt aangesloten op het verwarmde doseerventiel.
In dit voorbeeld omvat eenheid B de volgende verwarmde
componenten:
•
Slang 2: De ronde elektrische aansluiting wordt
aangesloten op poort 1 van de warmteregelkast
van eenheid B.
•
Pompverwarmer: De pompverwarmer wordt
aangesloten op poort 4 van de AMZ op de
verwarmingsregelkast van eenheid B.
•
Platenverwarmer: De platenverwarmer wordt
aangesloten op poort 5 van de AMZ op de
warmteregelkast van eenheid B.
3A8519C
Opstellen
27