5.
Smeer de afstrijker van de volgplaat in met vet of een
ander smeermiddel dat compatibel is met het materiaal
dat u wenst te laden.
6.
Plaats een volle emmer of vat met materiaal op het
onderstel van de rameenheid en centreer deze onder
de plaat (D), verwijder vervolgens het deksel van het
vat en strijk het oppervlak van het materiaal glad met
een liniaal.
7.
Om te voorkomen dat er lucht vast komt te zitten onder
de volgplaat (D), moet u de vloeistof van het midden van
de emmer of van het vat naar de zijkanten scheppen om
het oppervlak hol te maken.
8.
Stel de emmer of het vat zo af, dat deze met de volgplaat
(D) is uitgelijnd.
9.
Verwijder de ontluchtingsstick van de volgplaat om de
ontluchtingspoort (G) ervan te openen.
10. Terwijl u uw handen van de emmer of het vat en de
volgplaat (D) houdt, laat het stuurventiel (AC) van de
rameenheid (A) laten zakken tot de volgplaat (D) op
de lip van de emmer of het vat rust.
11. Zet het stuurventiel (AC) van de ram terug in de neutrale
stand.
De plaat laden
1.
Laat het stuurventiel (AC) van de ram zakken beneden
om de rameenheid (A) te laten zakken tot er materiaal
verschijnt aan de ontluchtingspoort (G) van de volgplaat.
2.
Zet het stuurventiel (AC) van de ram terug in de neutrale
stand.
3.
Zet de ontluchtingsstick van de volgplaat terug, die u
in stap 9 in De pomp voorbereidenverwijderd had.
De pomp laden
1.
Beweeg het stuurventiel (AC) van de ram naar beneden
om de rameenheid (A) te laten zakken.
2.
Stel de luchtregelaar van de luchtmotor (AF) in op
10-20 psi (0,69-1,30 bar).
3.
Open het ontluchtingsventiel (J) van de pomp en plaats
er een vuilbak eronder om het materiaal op te vangen.
4.
Druk op de softkey
aanzuigmodus van de pomp in te schakelen.
5.
Stel de luchtregelaar van de luchtmotor (AF) zo nodig
bij.
OPMERKING: Door het materiaal bij een lagere druk te
laden, wordt voorkomen dat de pomp (C) caviteert terwijl
er zich geen materiaal in de pomp bevindt.
OPMERKING: Bij tandemeenheden kan alleen het inactieve
systeem via de ADM worden geladen en aangezogen.
3A8519C
op de ADM (E) om de
Opstarten
39