Eigenschappen En Mogelijkheden Van De Kleine Installatie - Gira 834 Plus Handboek
Verberg thumbnails
Zie ook voor 834 Plus:
- Verkorte handleiding (36 pagina's) ,
- Bedieningshandleiding (24 pagina's) ,
- Handleiding (2 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Planning
2.4.1
Eigenschappen en mogelijkheden van de kleine installatie
De stationscentrale beschikt over twee Ethernetaansluitingen die verschillend zijn gemarke-
erd. De ethernetaansluiting gemarkeerd als "834 Plus LAN" wordt gebruikt voor het opro-
epsysteemnetwerk, de ethernetaansluiting "Extern LAN" bijvoorbeeld voor aansluiting van de
configuratie-pc.
Overzicht van de belangrijkste eigenschappen van de stationscentrale:
– Besturing van het oproepsysteem.
– Registratie van de oproep- en aanwezigheidsactiviteiten.
– Zelfregistratie van de installatie (storingenprotocol).
– Aansluitmogelijkheid voor Control 9 dienstruimteterminal Plus.
Voorwaarde voor gebruik van een Control 9 dienstruimteterminal Plus in de installatie is
een geïnstalleerde dienstruimte-/kamerterminal of een kamermodule.
Wanneer slechts één Control 9 dienstruimteterminal Plus in de kleine installatie nodig is,
kan deze rechtstreeks met een ethernetkabel (Cat.5 of hoger) op de aansluiting "834 Plus
LAN" van de stationscentrale worden aangesloten.
Wanneer meerdere Control 9 dienstruimteterminals Plus in de kleine installatie moeten
worden opgenomen, worden deze via een switch met ethernetkabels Cat.5 of hoger (zie
afbeelding 2.2) op de aansluiting "Extern LAN" van de stationscentrale aangesloten.
– Aansluiting "834 Plus LAN": netwerkaansluiting voor het oproepsysteem.
– Aansluiting "Extern LAN": voor toegang tot de installatie met de configuratie-assistent of
voor verbinding met een extern netwerk (bijvoorbeeld het ziekenhuisnetwerk) of internet
om bijvoorbeeld een NTP-server (timeserver) aan te sturen.
– Het systeem wordt geconfigureerd met de zogenaamde configuratie-assistent. Deze soft-
ware bevindt zich in de stationscentrale. Toegang daartoe is mogelijk met een browser op
de configuratie-PC.
Hoe u toegang krijgt tot de configuratie-assistent leest u in hoofdstuk 4. Inbedrijfstelling
op pagina 61.
i
Let op: voeding van een stationscentrale
De voeding van de oproepinstallatie moet conform paragraaf 5.2 van DIN VDE 0834-1 wor-
den uitgevoerd.
14
06.2016/V 2.0
Advertenties
Inhoudsopgave
