Planning
2.11.1 Waar worden welke apparaten gebruikt?
Onderstaande tabellen dienen als ontwerphulp door aan te geven waar welk apparaat kan
worden gebruikt.
Toelichting bij de kleurcodering van de apparaten
Kamerbusapparaten
Max. 16 per kamer
Stationsbusapparaten
Max. 52 per station
Systeembusapparaten (834 Plus LAN - zelfstandig netwerk)
Max. 26 stationscentrales in een grote installatie
kamer
afbeelding
Aanduiding
Oproepknop Plus (RT+)
Art.-nr. 5900 ..
Oproepknop met neven-
steekcontact Plus (RN+)
Art.-nr. 5901 ..
Oproep- en uitschakelknop
Plus (RA+)
Art.-nr. 5902 ..
Oproep-/uitschakelknop
met externe aansluiting
Plus (RAN+)
Art.-nr. 5903 ..
Oproep- en artsoproepknop
Plus (RAR+)
Art.-nr. 5904 ..
Artsoproepknop Plus (AR+)
Art.-nr. 5905 ..
Oproepknop met neven-
steekcontact en diagno-
seaansluiting Plus (RND+)
Art.-nr. 5906 ..
Aanwezigheidsknop groen
Plus (AW1+)
Art.-nr. 5908 ..
26
Aansluiting
Montagelocatie
op
- In de kamer
Kamerbus
- Bij het bed
- Op het toilet
- In de kamer
Kamerbus
- Bij het bed
- Op het toilet
Kamerbus
- In de kamer
Kamerbus
- Bij het bed
- In de kamer
Kamerbus
- In de kamer
Kamerbus
- Bij het bed
Kamerbus
- In de kamer
Kamerbus
Aansluiting
Spraak-
patiëntenhan
funct.
dapparaat
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
06.2016/V 2.0