4.5
Inbedrijfstelling grote installatie
– Kamerbus, stationsbus en systeembus (834 Plus LAN) zijn geïnstalleerd en bedrijfsklaar.
– De sturende apparaten op de systeembus (834 Plus LAN), zoals systeembesturingscentra-
le en stationscentrale(s), zijn zo voorgeconfigureerd, dat de systeembesturingscentrale als
DHCP-server en de stationscentrale(s) als DHCP-client(s) fungeren.
– Op de stationsbus moeten de juiste afsluitweerstanden zijn geactiveerd.
Een stationscentrale vormt het eerste apparaat op de stationsbus. Op het laatste apparaat
op de bus moeten met de jumpers (met de stationscentrale meegeleverd) zowel de datalei-
ding als de audioleiding van een afsluitweerstand worden voorzien.
– Sluit de aansluiting "Extern LAN" van de systeembesturingscentrale Plus met een netwerk-
kabel aan op de inbedrijfstellings-pc.
– Start de internetbrowser op de ingebruikstellings-PC. Voer op de adresregel van de inter-
netbrowser het IP-adres 192.168.0.111 in en bevestig met "Enter".
Het startscherm van de configuratie-assistent opent (zie 4.2).
– Klik, na de invoer van gebruikersnaam en wachtwoord en na de taalkeuze (zie 4.2 en "Ge-
bruikersnamen en wachtwoorden" op pagina 64) op "Aanmelden".
De overzichtspagina van de configuratie-assistent opent.
Afbeelding 4.5: Overzichtspagina voor configuratie van een grote installatie
06.2016/V 2.0
Inbedrijfstelling
69