Inhoudsopgave
Advertenties
4 Eerste inbedrijfstelling
Keuzemenu 1:
• "SolvisLino 1|2": de pelletketel SolvisLino 1 of 2 is aan-
gesloten (geen andere instellingen na het initialiseren).
• "SolvisLino 3|4": de pelletketel SolvisLino 3 of 4 is aan-
gesloten, de ketelsensor en de laadpomp van de ketel
moeten op de SolvisControl worden aangesloten. Het
keuzemenu 2 verschijnt: menu "SolvisLino 3|4
LAADPOMP", waarin de soort aansturing van de laad-
pomp van de ketel moet worden gekozen.
• "ketel van ander merk": er is een warmtegenerator van
een ander merk aangesloten. Het keuzemenu 3 ver-
schijnt: "LAADPOMP KETEL VAN ANDER MERK", waarin
de soort aansturing van de laadpomp van de ketel moet
worden gekozen.
Aansluiting van SolvisLino en ketel van een ander
merk:
• De ketel wordt aangesloten op uitgang A12
(230V-signaal), A14 (potentiaalvrij contact) of O-1
(modulerend).
• De laadpomp van de ketel kan indien nodig op
uitgang A13 worden aangesloten.
Keuzemenu 2:
• "temperatuurgestuurd": bij een aangesloten pelletketel
SolvisLino 3 kiezen, de ketelsensor moet op S14 worden
aangesloten.
• "toerentalgeregeld": bij SolvisLino 4 en toerentalge-
regeld bufferlaadstation (met hoogefficiënte pomp) kie-
zen, de ketelsensor moet op S14 zijn aangesloten.
Keuzemenu 3:
14
• "geen": warmtegenerator regelt de laadpomp.
• "tijdgestuurd": SolvisControl regelt laadpomp; geen
ketelsensor.
• "temperatuurgestuurd": SolvisControl regelt laadpomp;
ketelsensor S14 moet op een geschikte plaats in de
warmteopwekker worden ingebouwd.
• "toerentalgeregeld": Bij een toerentalgeregeld buffer-
laadstation (met hoogefficiënte pomp) kiezen, de ketel-
sensor moet op S14 zijn aangesloten.
Instellingen na het initialiseren
Al naar gelang van de geselecteerde wijze van aansturen
dient er een configuratie van de tijd- of de temperatuurre-
geling te worden uitgevoerd.
Tijdbesturing configureren
Als de aanvraag wordt gedaan door de externe ketel,
wacht de laadpomp tot de vertragingstijd is verstreken
en start vervolgens. Als de aanvraag is uitgeschakeld,
loopt de laadpomp nog steeds gedurende de ingestelde
nalooptijd.
1. In het installateurmenu wissel en "Uitgang" selecteren.
2. In het menu "UITGANG" de uitgang van de betreffende
laadpomp selecteren.
3. Vertraging en naloop van de ketellaadpomp instellen.
Met name olieketels worden gedurende deze na-
looptijd, afhankelijk van het brandervermogen en
de waterinhoud, eventueel zo snel verwarmd dat de
veiligheidstemperatuurbegrenzer de brander uit-
schakelt. Om dit tijdens het bedrijf te voorkomen,
meet u de volgende tijdsperioden:
1. vanaf inbedrijfname tot bereiken van de gewens-
te keteltemperatuur en
2. tot het uitschakelen van de ketel door de veilig-
heidstemperatuurbegrenzer.
De in te stellen "Vertraging" ligt tussen deze twee
tijdspannen.
Instelwaarden
Ketel, door klant...
Met gasgestookte HR-ketel
Voor olie- en vaste brandstoffen
Temperatuurregeling resp. besturing configureren
De regelaar regelt de laadpomp aan de hand van de
ketel- en de voorraadvattemperatuur, zie onderstaand
voorbeeld.
BAL-SBSX-3-I-NL · Technische wijzigingen voorbehouden · 32446-3a SOLVIS
Vertraging
Naloop
0
5 min
5 min
15 - 50 min.
Advertenties
Inhoudsopgave
