Inhoudsopgave
Advertenties
7 Verhelpen van storingen
7 Verhelpen van storingen
7.1 Status- en waarschuwingsmeldingen
Er heerst een ongunstige bedrijfsstatus, tegenmaatregelen
worden automatisch ondernomen. Normaliter zijn er geen
verdere ingrepen noodzakelijk. Zodra de gewenste status
weer tot stand is gebracht, gaat de status- of waarschu-
wingsmelding uit. Pas bij meervoudig optreden binnen een
bepaalde periode moet worden ingegrepen en de melding
worden gereset. Meldingen, welke niet worden gereset,
worden met een knipperende waarschuwingsdriehoek in
een grijs gemarkeerde cirkel weergegeven.
7.1.1 Algemeen
Meldingen voor alle installaties met SC-3
Melding
Betekenis
„Overtemperatuur
De voeler "WW-buffertemp. (S1)" bovenin de voorraadboiler heeft
voorraadboiler"
een temperatuur hoger dan 95 °C.
Controle werking zonnecircuit: Bij lopende zonnecircuitpomp is de
collectorvoeler langer dan 30 min. 60 K warmer dan „voorraadboiler-
„Delta-T zonnec."
referentie". D. w.z., de zonnesysteem-warmtewisselaar neemt nauwe-
lijks warmte af. Treedt deze melding meerdere malen achter elkaar
op, dan is eventueel het zonnecircuit defect.
De maximale temperaturen bovenin de voorraadboiler (S1, fabrieksin-
„Zonnebuffer vol"
stelling 90 °C) of onderin (S3, 90 °C) zijn overschreden.
52
Sensorcheck
Afhankelijk van de initialisatie worden de voor de goede
werking benodigde sensoren bewaakt. Indien er een sen-
sor ontbreekt of er een kortsluiting wordt gesignaleerd,
dan verschijnt er een melding. Al naar gelang van de uitge-
vallen sensor worden er benevens de melding adequate
maatregelen in werking gesteld.
In het menu „Installatiestatus" van de bedieningsmodus
Installateur worden uitgevallen sensoren door desbetref-
fende symbolen „==] [==" (kabelbreuk) resp. „==x=="
(kortsluiting) weergegeven.
Gevolgen / Maatregelen
Zonnecircuitpomp en warmtegenerator worden uitge-
schakeld; zij kunnen pas vanaf een voorraadboilertem-
peratuur lager dan 92 °C weer opstarten.
De melding wordt weergegeven en er weerklinkt een
akoestisch signaal. Daalt het temperatuurverschil tot
onder de 60 K, dan wordt de melding gereset.
Zonnecircuitpomp wordt uitgeschakeld, pas vanaf een
voorraadboilertemperatuur lager dan 87 °C (aan S1) of
87 °C (aan S3) kan de pomp weer opstarten.
BAL-SBSX-3-I-NL · Technische wijzigingen voorbehouden · 32446-3a SOLVIS
Advertenties
Inhoudsopgave
