Inhoudsopgave
Advertenties
6 Instellingen
Het betreft hier een veiligheidsparameter van de warmte-
pompregeling:
• "maximale WP retourtemperatuur" in [°C]: Bij over-
schrijding wordt de warmtepomp uitgeschakeld.
6.5.11 SolvisLino 3|4 laadpomp
alleen SolvisMax/Ben Solo
Afhankelijk van welke ketel tijdens de initialisatie is geko-
zen, wordt hier het menu:
• Laadpomp>ketel van ander merk
• Laadpomp>Lino 3|4
weergegeven (zie voort de instelling
guratie van de ketellaadpomp", pag. 13).
Min. vraagtemperatuur aflezen
1. Menupunt "Overige" - "SolvisLino 3|4" selecteren.
* Afhankelijk van het toegepaste systeem zijn andere me-
nupunten mogelijk.
2. De waarden aflezen.
• "Min. WW-ketel Gewenst", als er een warmwateraan-
vraag is, wordt de grootste van de beide vraagtempera-
turen "Gewenste waarde" (zie
vraag", pag. 33) enmin. WW-ketel Gewenst" aan de
brander gestuurd.
• "Min. VC-ketel Gewenst", als er een aanvraag uit de
verwarmingsgroepen komt, wordt de hoogste tempera-
tuur uit de 3 vraagtemperaturen van de verwarmings-
groepen (zie
hoofdstuk "Aanvraag", pag. 29 enmin.
VC-ketel Gewenst" aan de brander gestuurd.
46
hoofdstuk „Confi-
hoofdstuk "Aan-
• "Activeringstemperatuur", als de keteltemperatuur met
deze waarde daalt onder de temperatuur "Max. ketel.
Gewenst", wordt de laadpomp weer geactiveerd.
• "Max. ketel Gewenst", als deze keteltemperatuur wordt
bereikt, wordt de brander uitgeschakeld en de laadpomp
geblokkeerd.
Voorbeeld:
Bij een installatie met de pelletketel SolvisLino 3|4 bedra-
gen de vraagtemperaturen (zie
S. 29) van de verwarmingsgroepen: 37 °C/ 42 °C/ 36 °C.
D. w.z. dat de hoogste aanvraag 42 °C bedraagt.
Daarmee wordt de brander geactiveerd wanneer:
S4 < vraagtemperatuur + vraag start = 42 °C + 1 K .
Aangezien 42 °C onder de minimale vraagtemperatuur ligt,
wordt de gewenste waarde 60 °C naar de brander ge-
stuurd. Ligt een waarde van de drie vraagtemperaturen
boven de minimale vraagtemperatuur, dan wordt deze als
gewenste waarde gebruikt. De naverwarming wordt be-
eindigd wanneer:
S9 > ingestelde waarde (brander) + aanvraag stop = 60 °C +
1 K
3. Met de navigatieknop naar de volgende pagina gaan.
Voorbeeld:
De temperatuur van de boiler op de verwarmingsbuffer
bedraagt S4 = 60 °C, daarna wordt de laadpomp van de
ketel ingeschakeld en begint het laden, als:
• Keteltemperatuur S14 > "Ketel minimale temp." > 45 °C
en
• Keteltemperatuur S14 > S4 + "Min. start" > 60 °C + 5 K >
65 °C.
De temperatuur op de verwarmingsbuffer onder (S9) stijgt
nu naar 65 °C en de brander wordt uitgeschakeld. Het
laden wordt beëindigd wanneer:
• S14 < "Ketel minimale temp." + "Hysterese" < 45 °C +
5 °C < 50 °C of
• Keteltemperatuur S14 < S9 + "Minimale stop." < 65 °C +
0 K < 65 °C en ketelvraag = uit.
Indien in plaats van de pelletketel SolvisLino 3|4
een externe ketel wordt gebruikt, worden, afhanke-
lijk van de regelmodus (zie
ratie van de ketellaadpomp", pag. 13) van de laad-
pomp, de volgende instellingsmenu's weergegeven:
• tijdgestuurd: Vertraging en naloop instellen, zie
hoofdstuk "Configuratie van de ketellaad-
pomp", pag. 13.
• temperatuurgestuurd: zie menu "Overige Solvis-
Lino3|4 2/2"
• toerentalgestuurd: zie menu's "Overige Solvis-
Lino3|4 1/2" en "Overige SolvisLino3|4 2/2"
BAL-SBSX-3-I-NL · Technische wijzigingen voorbehouden · 32446-3a SOLVIS
hoofdstuk "Aanvraag",
hoofdstuk "Configu-
Advertenties
Inhoudsopgave
