Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Toerentalregeling - Solvis SolvisMax SC-3 Bedieningshandleiding Voor De Installateur

Verberg thumbnails Zie ook voor SolvisMax SC-3:
Inhoudsopgave

Advertenties

tie") deze maximale temperatuur (90 °C) wordt bereikt.
De melding „Buffer vol" verschijnt dan.
• „Hysterese collectortemp.", „Hysterese referentie-
temp.": bij onderschrijden van de betreffende maximale
temperatuur minus de hysterese kan de zonnecircuit-
pomp weer starten.
Voorbeeld:
De collectortemperatuur bedraagt 130 °C en de zonnecir-
cuitpomp is uitgeschakeld omdat de „Maximale collector-
temp." 125 °C bedraagt. Deze wordt weer ingeschakeld
zodra de collectortemperatuur onder de „Maximale col-
lectortemp." minus „Hysterese collectortemp." = 125 °C –
15 K = 110 °C daalt. De andere veiligheidsuitschakelingen
worden dienovereenkomstig berekend.
4. Met de navigatieknop naar de volgende pagina gaan.
Deze waarden niet wijzigen, a.u.b.
* Alleen Oost-Westdak
• „Max. boilertemp. S1", „Hysterese begrenzing": In de
automatische modus wordt de zonnecircuitpomp uitge-
schakeld als deze maximale temperatuur (90 °C) in het
bereik van de warmwaterbuffer (S1, "Boiler boven")
wordt bereikt. In dit geval wordt de melding "Buffer vol"
weergegeven. De zonnecircuitpomp kan weer starten
zodra de temperatuur onder de „Max. boilertemp. S1"
minus „Hysterese begrenzing" daalt.
• „Collectorverschil", „Hysterese coll. verschil": alleen bij
oost-west dak: om vermenging van beide collectoren te
voorkomen, met name als een van de collectoren minder
intensief door de zon wordt beschenen, worden de
magneetkleppen, afhankelijk van deze temperatuurver-
schillen, geopend/gesloten.
Voorbeeld:
De boilertemperatuur boven bedraagt 91 °C en de zonne-
circuitpomp wordt uitgeschakeld omdat de „Max. boiler-
temp. S1" 90 °C bedraagt. Deze wordt weer ingeschakeld
zodra de temperatuur onder de „Max. boilertemp. S1"
minus „Hysterese begrenzing." = 90 °C – 3 K = 87 °C daalt.
Stijgen de temperaturen tot boven de maximale
collector- of boilertemperaturen, dan wordt de
zonnecircuitpomp uitgeschakeld en zolang tegen
opnieuw inschakelen beveiligd, totdat de tempera-
turen weer tot onder de desbetreffende hysterese
zijn gedaald. De zonnecircuitpomp kan in deze tijd
ook niet handmatig worden ingeschakeld.
In-/uitschakelverschil controleren
1. Naar het „INSTALLATEUR MENU" omschakelen.
SOLVIS BAL-SBSX-3-I-NL · Technische wijzigingen voorbehouden · 32446-3a
2. „Zonnesyst." selecteren.
3. „Temperaturen" selecteren.
4. Met de navigatieknop naar de 3e pagina gaan.
Deze waarden niet wijzigen, a.u.b.
• "Inschakelverschil 1": Temperatuurverschillen tussen
"Collector" (S8) en "boilerreferentie" (S3) alsmede "Col-
lector" (S8) en "Retourleiding van het zonne-
energiesysteem 2" (S6). Als beide hoger worden dan 11
K, wordt de zonnecircuitpomp 1 ingeschakeld:
S8 > S3 + 11 K EN S8 > S6 + 11 K.
• "Uitschakelverschil 1": Temperatuurverschillen tussen
"Collector" (S8) en "Boilerreferentie" (S3) alsmede
"Zonnecircuitaanvoer 1" (S7) en "Boilerreferentie" (S3).
Als beide lager dan 8 K worden, wordt de zonnecircuit-
pomp 1 uitgeschakeld.
• "Inschakelverschil 2": Temperatuurverschil tussen "Zon-
necircuitaanvoer 1" (S7) en "Voorraadvatreferentie"
(S3). Als dit hoger dan 10 K wordt, wordt de zonnecir-
cuitpomp 2 ingeschakeld:
S7 > S3 + 10 K.
• "Uitschakelverschil 2": Temperatuurverschil tussen
"Zonnecircuitaanvoer 2" (S5) en "Zonnecollector-RT2"
(S6). Als dit kleiner dan 4 K wordt, wordt de zonnecir-
cuitpomp 2 uitgeschakeld.
Voorbeeld:
De zon gaat op en de collector wordt langzaam opge-
warmd. De referentietemperatuur (S3) ligt bij 30 °C. De
collectortemperatuur overschrijdt de 41 °C en de primaire
zonnecircuitpomp gaat 30 seconden lang draaien. De pri-
maire aanvoerleiding van het zonne-energiesysteem (S7)
warmt op tot het collectorniveau. De secundaire zonnecir-
cuitpomp begint te draaien zodra op S7 meer dan 40 °C
wordt gemeten. Beide pompen draaien nu en worden tot
aan hun streeftemperatuur geregeld. 's Avonds is de boi-
lerreferentie tot 55 °C opgeladen, de temperatuur op S8 en
S7 daalt tot onder 63 °C, die primaire zonnecircuitpomp
wordt uitgeschakeld. Nadat de warmtewisselaar voor zon-
necollectoren is afgekoeld, dalen de temperaturen op de
sensoren in het secundaire zonne-energiecircuit tot S5 =
58 °C en S6 = 55 °C. Omdat het temperatuurverschil S5
minus S6 nu kleiner is dan 4 K, wordt de secundaire zonne-
circuitpomp uitgeschakeld.

6.4.2 Toerentalregeling

Temperaturen opvragen
1. Naar het „INSTALLATEUR MENU" omschakelen.
2. „Zonnesyst." selecteren.
3. „Toerental primair" of „Toerental secundair" selecte-
ren.
6 Instellingen
37

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Solvisben sc-3

Inhoudsopgave