300 Proces
Stp
Afb. 16 Voorbeeld 1e menuniveau
220 Motor Data
Stp
Afb. 17 Voorbeeld 2e menuniveau
221 Motor Spann
Stp
M1:
400 V
Afb. 18 Voorbeeld 3e menuniveau
4161MaxAlarm Mar
Stp
15 %
Afb. 19 Voorbeeld 4e menuniveau
4.2.2
Indicaties op het display
Het display kan +++ of - - - aangeven als een parameter
buiten het bereik ligt. In de frequentieregelaar zitten
parameters die afhankelijk zijn van andere parameters. Als
bijvoorbeeld de toerentalreferentie 500 is en de maximale
toerentalwaarde is ingesteld op een waarde onder 500, zal dit
worden aangegeven met "+++" op het display. Als de
minimale toerentalwaarde hoger is ingesteld dan 500, wordt
"- - -" weergegeven.
26
Bediening via het bedieningspaneel
4.2.3
Led-indicatoren
De symbolen op het bedieningspaneel hebben de volgende
functies:
Run
Trip
Groen
Rood
Afb. 20 Led-indicaties
Tabel 4
Led-indicatie
Symbool
AAN
VOEDING
Voeding aan ----------------
(groen)
Frequentier
TRIP
egelaar
(rood)
geactiveerd
RUN
Motoras
(groen)
draait
4.2.4
Bedieningstoetsen
In de modus FlowDrive wordt alleen de toets Stop/Reset
gebruikt om de frequentieregelaar na een trip te resetten.
Standaard zijn deze toetsen uitgeschakeld en ingesteld op
"Flow ctrl" in de menu's "Ref Control [214]" en "Run/Stp
Ctrl [215]".
Tabel 5
Bedieningstoetsen
RUN L:
STOP/RESET:
RUN R:
CG Drives & Automation, 01-6064-03r1
Vermogen
Groen
Functie
KNIPPEREND
UIT
Voeding uit
Geen
Waarschuwing/
waarschuwin
Limiet
g of trip
Motortoerental
Motor gestopt
neemt toe/af
start met rotatie linksom.
Niet gebruikt in FlowDrive
Reset de
frequentieregelaar na een
trip
start met rotatie rechtsom.
Niet gebruikt in FlowDrive