5.5
I/O's en virtuele
verbindingen [500]
Hoofdmenu met alle instellingen van de standaardingangen
en -uitgangen van de frequentieregelaar.
5.5.1
Analoge ingangen [510]
Submenu met alle instellingen voor de analoge ingangen.
AnIn1-functie [511]
Stelt de functie in voor analoge ingang 1. Schaal en bereik
worden bepaald door de instellingen voor AnIn1 Advan in
menu [513].
511 AnIn1 Fc
Stp
Standaard:
Niveausensor
Uit
0
Ingang is niet actief
De ingang fungeert als bovenlimiet voor
Max Toeren
1
het toerental.
De ingang fungeert als bovenlimiet voor
Max Koppel
2
het koppel.
De ingangswaarde komt overeen met de
actuele proceswaarde (feedback) en wordt
door de PID-regelaar vergeleken met het
ProcesWaard
3
referentiesignaal (setpoint)
e
of kan worden gebruikt om de actuele
proceswaarde weer te geven en te
bekijken.
Referentiewaarde wordt ingesteld voor
regeling in
Proces Ref
4
proceseenheden; zie Proces Bron [321] en
Proc Eenheid [322].
De ingang fungeert als een onderste
Min Toeren
5
toerentallimiet.
Analoge niveaumeter voor het bepalen van
Niveausensor 6
het niveau in de pompput.
Stroomsenso
Analoge stroommeter voor het bepalen
7
r
van de uitgangsstroom.
Communicatie-informatie
Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.:
Profibus-positie/index
EtherCAT index (hex)
Profinet IO-index
Veldbusformaat
Modbusformaat
OPMERKING: Als AnInX Funct=Uit, is het aangesloten
signaal nog altijd beschikbaar voor Comparators [610].
94
Beschrijving en functionaliteit van parameters
Niveausensor
43201
169/105
4c81
19585
UInt
UInt
AnIn1 Setup [512]
De instelling van de analoge ingang wordt gebruikt om de
analoge ingang te configureren in overeenstemming met het
gebruikte signaal dat
op de analoge ingang wordt aangesloten. Met deze selectie
kan de ingang worden aangewezen als stroomgeregelde (4-
20 mA) of spanningsgeregelde
(0-10 V) ingang. Er zijn andere keuzes beschikbaar voor het
gebruik van een drempel (live zero), een bipolaire
ingangsfunctie of een door de gebruiker gedefinieerd
ingangsbereik. Een referentiesignaal met bipolaire ingang
maakt het mogelijk om de motor in twee richtingen aan te
sturen. Zie Afb. 41.
OPMERKING: Het kiezen van spannings- of
stroomingang vindt plaats met S1. Als de schakelaar in
de spanningsstand staat, kunnen alleen de menu-items
voor spanning worden gekozen. Als de schakelaar in de
stroommodus staat, kunnen alleen de menu-items voor
stroom worden gekozen.
512 AnIn1 Setup
Stp
Standaard:
4-20 mA
Afhankelijk van
Instelling van schakelaar S1 (controlprint)
De stroomingang heeft een vaste drempel
4-20 mA
0
(Live Zero) van 4 mA en regelt het volledige
bereik voor het ingangssignaal. Zie Afb. 81.
Normale configuratie van de volledige
stroomschaal van de ingang die het
0-20 mA
1
volledige bereik voor het ingangssignaal
regelt. Zie Afb. 80.
De schaal van de stroomgeregelde ingang
die het volledige bereik voor het
Eigen mA
2
ingangssignaal regelt. Kan worden bepaald
door de geavanceerde AnIn Min- en AnIn
Max-menu's.
Stelt de ingang in voor een bipolaire
stroomingang, waarbij de schaal het bereik
Bipol mA
3
voor het ingangssignaal regelt. Schaal kan
worden gedefinieerd in geavanceerd menu
AnIn Bipol.
Normale configuratie van de volledige
spanningsschaal van de ingang die het
0–10V
4
volledige bereik voor het ingangssignaal
regelt. Zie Afb. 80.
De spanningsingang heeft een vaste
drempel van (Live Zero) van 2 V en regelt
2–10V
5
het volledige bereik voor het
ingangssignaal. Zie Afb. 81.
De schaal van de spanningsgeregelde
ingang die het volledige bereik voor het
Eigen V
6
ingangssignaal regelt. Kan worden bepaald
door de geavanceerde AnIn Min- en AnIn
Max-menu's.
CG Drives & Automation, 01-6064-03r1
4-20 mA