Kies Motor [212]
Dit menu wordt gebruikt als u meer dan één motor in uw
toepassing gebruikt. Kies de motor die u wilt definiëren. Er
kunnen in de frequentieregelaar maximaal vier verschillende
motoren worden gedefinieerd, M1-M4. Voor gebruik van
parametersets in combinatie met motorsets
M1 - M4; zie Hoofdstuk 5.2.4 pagina 49.
212
Stp
Standaard:
M1
M1
0
M2
1
Motor Data is gekoppeld aan gekozen
motor.
M3
2
M4
3
Communicatie-informatie
Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.:
Profibus-positie/index
EtherCAT index (hex)
Profinet IO-index
Veldbusformaat
Modbusformaat
Aandrijfmodus [213]
Dit menu wordt gebruikt om de regelmodus voor de motor
in te stellen. Instellingen voor de referentiesignalen en
uitlezingen vinden plaats in het menu "Proces Bron, [321]".
• V/Hz-modus (uitgangstoerental [712] in tpm)
Opmerking: De modus V/Hz is niet beschikbaar bij
PMSM-motoren.
213 AandrijfMode
Stp
Standaard:
V/Hz
Alle regelkringen zijn gerelateerd aan
frequentieregeling. In deze modus zijn
toepassingen met meerdere motoren
mogelijk.
OPMERKING: Alle functies en menu-
uitlezingen met betrekking tot toerental
en rpm (bv. Max speed = 1500 rpm, Min
V/Hz
2
speed =0 rpm enz.) blijven toerental en
rpm, hoewel ze verwijzen naar de
uitgangsfrequentie.
Opmerking: De modus V/Hz is niet
beschikbaar bij PMSM-motoren.
CG Drives & Automation, 01-6064-03r1
Kies Motor
M1
43012
168/171
4bc4
19396
UInt
UInt
Adv)
V/Hz
Communicatie-informatie
Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.:
Profibus-positie/index
EtherCAT index (hex)
Profinet IO-index
Veldbusformaat
Modbusformaat
Referentiesignaal [214]
De frequentieregelaar regelt het toerental van de motor met
behulp van een
referentiesignaal. Standaard is dit ingesteld op Flow ctrl voor
de functies van de FlowDrive en dit kan niet worden
gewijzigd. Met Flow ctrl wordt een intern ingestelde waarde
.
aangemaakt
214 Ref Signaal
Stp
Standaard:
Flow ctrl
Het referentiesignaal is afkomstig van de
Klemmen
0
analoge ingangen op de klemmenstrook
(aansluitklemmen 1-22).
Referentie wordt ingesteld met de toetsen
Toetsen
1
+ en - op het bedieningspaneel. Kan alleen
in het menu "Ref Inst/Kijk [310]".
De referentie wordt ingesteld via seriële
Comm
2
communicatie (RS485, veldbus).
Flow ctrl
3
Interne besturing FlowDrive.
Communicatie-informatie
Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.:
Profibus-positie/index
EtherCAT index (hex)
Profinet IO-index
Veldbusformaat
Modbusformaat
Beschrijving en functionaliteit van parameters
43013
168/172
4bc5
19397
UInt
UInt
Adv)
Flow ctrl
43014
168/173
4bc6
19398
UInt
UInt
35