Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Menu 3 Basisinstellingen En Eerste Inbedrijfstelling; Menu 4 Uitgebreide Deurinstellingen - tormatic T75 DES Montage- En Gebruikshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Beschikbare talen
  • NL

Beschikbare talen

  • DUTCH, pagina 58

Menu 3 basisinstellingen en eerste inbedrijfstelling

Instellen van de deureindposities (menupunten 30 en 31)
De bovenste en onderste eindpositie moeten direct na elkaar
worden ingesteld.
1.
Kies menu 3 "Basisinstellingen" bij de besturing en ga naar
menupunt  30 "Deurinstelling bovenste eindpositie", zodat
het getal 30 op het display knippert.
2.
Voor het vastleggen van de bovenste eindpositie, de
knop 
ingedrukt houden, tot de deur volledig is geopend.
ð
Mocht de deur in de verkeerde richting bewegen, moet
een richtingsomkering worden ingeleid. Houd de
knop 
5 seconden ingedrukt en herhaal daarna
stap 2.
3.
Na het instellen van de bovenste eindpositie moet de on-
derste eindpositie worden ingesteld. Verlaat het menu-
punt 30, door een keer op de knop 
LED-display knippert 5 keer de decimale punt, waarmee de
invoer wordt bevestigd.
4.
Omschakelen naar het menupunt 31 "Deurinstelling onder-
ste eindpositie".
5.
Voor het vastleggen van de onderste eindpositie, de
knop 
ingedrukt houden, tot de deur volledig is gesloten.
6.
Bevestig de invoer, voor het afsluiten van de instelling.
De deur moet veergecompenseerd zijn.
LET OP
Afhankelijk van de aandrijving moet de deur
veergecompenseerd zijn.
Knelgevaar en botsgevaar door sluitende
WAARSCHUWING
deur
Zorg dat tijdens het instellen van de eindposities
geen sluitkant- of fotocelbewaking actief is.
Fijninstelling deureindpositie boven (menupunt 33) en onder
(menupunt 34)
1.
Kies menu 3 "Basisinstellingen" bij de besturing en ga naar
menupunt 33 "Fijncorrectie bovenste eindpositie".
ð
De vooringestelde waarde 50 knippert op het LED-
display.
2.
Voor fijncorrectie zijn waarden van 0 tot en met 99 beschik-
baar. Waarden van 50 (fabrieksinstelling) tot en met 0 ko-
men overeen met 0 mm, tot en met ca. -80 mm. Waarden
van 50 tot en met 99 komen overeen met 0 mm, tot en met
ca. +80 mm.
3.
De invoer bevestigen en omschakelen naar menupunt  34
"Fijncorrectie onderste eindpositie".
4.
Voor fijncorrectie zijn waarden van 0 tot en met 99 beschik-
baar. Waarden van 50 (fabrieksinstelling) tot en met 0 ko-
men overeen met 0 mm, tot en met ca. -80 mm. Waarden
van 50 tot en met 99 komen overeen met 0 mm, tot en met
ca. +80 mm.
Keuze sluitkant J3 / keuze fotocel J2 (menupunt 35 en 36)
1.
Kies menu 3 "Basisinstellingen" bij de besturing en ga naar
menupunt 35 "Keuze sluitkant".
2.
Kies een waarde op basis van de gewenste instelling.
3.
De invoer bevestigen en omschakelen naar menupunt  36
"Keuze fotocel".
4.
Kies een waarde op basis van de gewenste instelling.
5.
Bevestig de invoer, voor het afsluiten van de instelling.
Uitschakelpositie vooreindschakelaar (menupunt 37)
1.
ð
2.
3.
LET OP
te drukken. Op het

Menu 4 uitgebreide deurinstellingen

Openingskrachtbegrenzing (menupunt 48)
WAARSCHUWING
LET OP
Bij menupunt 48 de openingskrachtbegrenzing op basis van de
ingebouwde motor als volgt instellen:
Motor 9.24/5.24
Motor 14.15
U
Gewicht = extra gewicht bij deur
Voorbeeld: Motor 9,24, U  =  8 omwentelingen voor deuropening.
De uitschakeling moet gebeuren bij 60 kg extra.
8 x 60 kg / 20 kg = 24 (invoerwaarde)
keurige bepaling een krachtmeetbeweging uitvoeren.
De openingsbewegingen worden vergeleken met de vorige bewe-
gingen. Bij overschrijden van de ingestelde waarde stopt de deur
en verschijnt F33 op het LED-display.
worden gesloten.
Verhelp de oorzaak van de krachtoverschrijding en open en sluit
en open de deur een keer.
T75 DES
Kies menu 3 "Basisinstellingen" bij de besturing en ga naar
menupunt  37 "Keuze correctie vooreindschakelaar sluit-
kantbeveiliging".
De vooringestelde waarde 25 knippert op het LED-
display.
De uitschakelpositie zo instellen, dat maximaal 50  mm af-
stand tot het vloercontact ontstaat. Hiervoor zijn waarden
van 0 tot en met 99 beschikbaar. Waarden van 25 (fa-
brieksinstelling) tot en met 0 komen overeen met 0 mm, tot
en met ca. -50 mm. Waarden van 25 tot en met 99 komen
overeen met 0 mm, tot en met ca. +100 mm.
Bevestig de invoer, voor het afsluiten van de instelling.
Opvolging van de norm EN 12453
Controleer na elke uitgevoerde instelling de uit-
schakelpositie van de deur. De instelling van de
uitschakeling mag niet meer dan 50 mm boven
de vloer liggen, anders wordt niet voldaan aan
de norm EN 12453. Dan dreigt verlies van de
goedkeuring.
Intrekkingsgevaar door meenemen van
personen door het deurblad!
De krachtbegrenzing moet zo worden ingesteld,
dat het meenemen van personen wordt verhin-
derd.
De krachtbewaking kan alleen worden
gebruikt voor deuren met veercompensatie.
Omgevingsinvloeden, zoals windbelasting en
temperatuurwijzigingen, kunnen tot een onbe-
doelde activering van de krachtbewaking leiden.
Invoerwaarde = omw x gewicht / 20 kg
Invoerwaarde = U x gewicht / 15 kg
=
asomwenteling
voor
De gegevens zijn bij benadering. Voor een meer nauw-
De deur kan daarna alleen met dodemansbediening
volledige
deuropening
NL - 61

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave