122 Besturingsunit
•
Sluit de signaalaarde (DGND) aan op de signaalaardereferentie van de automatise-
ringscontroller. Als de automatiseringscontroller niet over een signaalaardereferen-
tie beschikt, sluit u de signaalaarde via een weerstand van 100 ohm aan op de ka-
belafscherming, bij voorkeur in de buurt van de automatiseringscontroller.
Aansluitvoorbeelden zijn hieronder weergegeven.
G
R
-
+
1
100 ohm
G
-
+
1
1
Automatiseringscontroller
2
Omvormer
3
Afsluiting schakelaar. De apparaten aan de uiteinden van de veldbus moeten afsluiting aan
hebben. Alle andere apparaten moeten afsluiting uit hebben.
4
Biasing schakelaar. Eén apparaat, bij voorkeur aan het einde van de bus moet bias aan
hebben.
■
Aansluiting van een motortemperatuursensor op de omvormer
IEC/EN 60664 de vereisten dubbele of versterkte isolatie tussen de besturingseenheid
en de onder spanning staande delen van de motor. Gebruik hiervoor een I/O-uitbrei-
dingsmodule CMOD-02 of een ATEX-gecertificeerde thermistorbeveiligingsmodule
CPTC-02. Zie hoofdstuk
en hoofdstuk
CMOD-02 multifunctie uitbreidingsmodule (externe 24 V AC/DC en afzon-
derlijke PTC interface) (pagina
Met signaalaardereferentie
ON
ON
1
1
2
3
4
Zonder signaalaardereferentie
ON
ON
1
1
2
3
4
Implementeren van een motortemperatuur-sensor aansluiting
259).
ON
ON
1
1
2
3
4
ON
ON
1
1
2
3
4
ON
ON
1
1
2
3
4
ON
ON
1
1
2
3
4